Album van de Week (30): Florence and the Machine

Lungs: een bloody mary met extra wodka, peper, tabasco en een beetje tomatensap

Erik Zwennes ,

Een jaar geleden maakte Florence Welch op London Calling indruk met haar persoonlijkheid, gekte en gouden strot. Nu is daar het eerste album Lungs waarop haar gekte en talent de ruimte krijgen, zonder dat het ten koste gaat van de liedjes. Een sterk debuut.

Lungs: een bloody mary met extra wodka, peper, tabasco en een beetje tomatensap

Een jaar geleden stond Florence Welch met haar band The Machines op het Britse bandjesfestival London Calling. Direct maakte ze indruk met haar persoonlijkheid, gekte en gouden strot. Tegelijkertijd rees de vraag of ze niet te gek en intens was voor een doorbraak. Dankzij topproducers en sterke liedjes is het debuutalbum van Florence and the Machine meer dan geslaagd. Met balans tussen de muziek, haar krachtige stem en productie.

Waar de muziek van Florence in Paradiso nog voornamelijk bestond uit indiesoul met een rockrandje, is Lungs een popplaat. Een popplaat met een randje dat wel. Of het nu de maffe percussie, harp, quirky-teksten of livefeel in de titeltrack is, het blijft hangen en dwingt je te luisteren.

Lungs opent met het epische Dog Days are Over. Van een zacht harploopje met lieve zang, bouwt het nummer naar gospelproporties, met cello, viool, en pompende percussie. Laat dat maar aan producer James Ford (Simian Mobile Disco, Arctic Monkeys, The Last Shadow Puppets) over. Hij tekent voor de sterkste nummers van de plaat, waar Florence voldoende ruimte krijgt en haar eigenheid het mooist overeind blijft.

Bloc Party, Jack Penate, Kate Nash en Friendly Fires’ producer Paul Epworth tekende voor de meer dance georiënteerde popliedjes op de plaat. De slimme single Rabbit Heart kent wederom veel harp en percussie, maar ligt meer in de lijn van Kate Nash of Little Boots. 

Twee oudere producties hebben een indierockvibe: Kiss With a Fist en The Ludes cover Girl With One Eye. Ze laten de gevaarlijke kant van Florence horen met solerende gitaren, rauwe drums en een stevige echo over de zang. Je ziet er zo weer gaan op het podium: vuurrode haren, maagdelijk wit kanten jurkje, met haar bloten voeten stampend op de houten ondergrond. Florence is een vrouw om relationele ruzies te beslechten met een bloody mary; extra wodka and tabasco, low on the juice.

De meest persoonlijke nummers hoor je tegen het einde. De titeltrack en My Boy Builds Coffins over haar ex; een The Ludes bandlid. Ze zijn betrekkelijk simpel gehouden, maar Florence krijgt de ruimte vocaal te excelleren zonder uit de bocht te vliegen.

Lungs is een frisse wind uit het land van Duffy, Little Boots, Kate Nash, Lily Allen en La Roux. Een slimme en diverse popplaat van een persoonlijkheid die we niet na een jaar zullen vergeten.