Super Furry Animals hebben wilde haren terug

"Korter, zoeter, melodischer en sneller"

Super Furry Animals zijn eigenlijk een soort Power Rangers: ieder bandlid heeft zijn eigen kracht en als alle kwaliteiten gebundeld worden, ontstaat iets dat vele male sterken is dan de som der delen. Hey Venus! heet het nieuwe album en daarop gaat het er een stuk steviger aan toe dan op voorganger Lovekraft. Paul Diersen zocht zanger Gruff en gitarist Bunf op en sprak met de oudgedienden over hun gouden toekomst.

"Korter, zoeter, melodischer en sneller"

Poppier en directer dan op hun nieuwe plaat Hey Venus! zijn de Super Furry Animals al lang niet meer geweest. Dat ligt voor een deel aan een fan die toevallig ook hun nieuwe labelbaas is: Geoff Travis van Rough Trade. Een fan met iets meer zeggenschap dat de gemiddelde fan, zoals gitarist Huw Bunford (Bunf) het uitdrukt. Zanger/gitarist Gruff Rhys “Hij smeekte ons om nog eens zo’n fijne popplaat te maken als we voorheen deden.” Dat is gelukt: Hey Venus! staat vol met catchy liedjes met een hoog jaren ’60 gehalte. Run Away en Show Your Hand zijn nummers waar je na een keer luisteren feestelijk mee besmet bent.

Gruff Rhys is een buitengewoon aardige Welshman met pretoogjes en een echte neophippie bovendien. Toch zingt hij in het nummer Suckers over alle sukkels die hij ziet. Op straat, op de tv, in films. Geschreven toen hij rondliep in Cardiff, zo blijkt. “Dat is het meest cynische liedje dat ik ooit heb geschreven. Ik ben een optimist en ik schaam me er een beetje voor”, bekent hij. “Maar ik heb het ook over de sukkel in de spiegel, dus ik zit er zelf ook bij. De grootste sukkels? Dat zijn natuurlijk mensen zoals Rupert Murdoch en George Bush, Dick Cheney….. vandaag is het Dick Cheney.”

Dat de Super Furries zo’n voor hun doen een puur popalbum hebben gemaakt, komt niet alleen door de invloedrijke fan Travis. Ze waren er zelf ook hard aan toe, zegt Rhys: “Onze laatste plaat Lovekraft was prachtig, vol symfonische langzame songs, maar we hebben er een jaar mee getoerd en aan het eind wilden we echt weer rocken. Dus toen we de studio in gingen wilden we songs die korter, zoeter, melodischer en sneller zouden zijn.” Live werd het ook allemaal te technisch, vervolgt Bunf. “We zijn het er allemaal over eens dat het weer wat harder moet op het podium. En wat losser.”

Een plaat maken is bij de Super Furry Animals altijd een gekke toestand, vertelt Rhys. Vijf ego’s die allemaal een mening hebben en een richting op willen. Daarom werd producer Dave Newfeld binnen geloodst als scheidsrechter. Rhys: “Deze plaat gaat om liedjes. Hij zorgde ervoor dat we veel live deden in de studio. Gateway song is live, dat hoor je. Sommige nummers hebben strijkers en blazers, maar over het algemeen is het de meest rechttoe rechtaan plaat die we in jaren hebben gemaakt. Newfeld stond constant tijdens de sessie en als hij een nummer fysiek niet voelde, wees hij het af.”

Gelukkig hebben de Furries zo hun andere (solo-)projecten om stoom af te blazen. Toetsenist Cian Ciaran maakt elektronica met Acid Casuals, drummer Dafydd Leuan speelt in The Peth (Rhys: ‘outlaw glamrock’) en de zanger zelf kwam pakweg een half jaar geleden met zijn tweede soloplaat Candylion. Dan is een nieuwe Super Furry Animals er al snel. “Veel te snel”, beaamt Gruff. “Er zit ook geen rationele beslissing achter. We zijn lang bezig met de band en het is fijn om daarnaast platen te maken die wat spontaner zijn. Zo blijft de focus op de band. Met de andere projecten kunnen we stoom afblazen, want een band is een snelkookpan.”

Rhys noemde het al: de Super Furries zijn al lang bezig, sinds 1993. Toch is er een nog steeds een uitdaging na zoveel jaar en zoveel albums. Bunf: “We denken nog steeds dat we ons fantastische, geweldige, uitbundige album van de decennium niet hebben gemaakt. We zijn hyperkritisch en hebben vijf sterke meningen die moeilijk tevreden zijn, dus er is nog steeds een uitdaging. We zijn ook niet honderd procent tevreden met Hey Venus!.” Rhys springt bij: “We houden er van, maar het is qua geluiden niet het meest avontuurlijke album ooit gemaakt. Er zit pit in dit album en het gaat om de liedjes. Dus op dat niveau houden we ervan. Onze ambitie is om ooit een album te maken met fantastische songs, goed gespeeld, en dat het sonisch ambitieus en origineel en nieuw is.”

Luister naar het interview dat Paul Diersen had met Gruff en Bunf