Underworld heeft een nieuwe muze: de computerprogrammeur

"We mogen al onze jongensdromen afvinken"

Met Oblivion With Bells is Underworld alweer toe aan zijn zevende album. 27 jaar zitten Karl Hyde en Rick Smith in het vak. Maar anno 2007 zitten ze bepaald niet zonder inspiratie. "Het is gek: hoe ouder we worden, hoe meer we gaan doen."

"We mogen al onze jongensdromen afvinken"

Zodra Karl Hyde van Underworld de interviewruimte in het Amsterdamse Hotel Arena binnenkomt, kijkt hij schichtig om zich heen. Hij observeert alle hoeken van de ruimte, werpt een tevreden glimlach naar de grote tafel en groet de kapstok: “Jah, rastafari!” Even later, tijdens het gesprek, zit hij poppetjes te tekenen op een klein blocnote. Het meest merkwaardige van alles: Hyde maakt een volkomen ontspannen en aandachtige indruk. “Onze ontwerper vraagt ons de hele dag foto’s te maken”, vertelt hij. Underworld presenteert deze maand alweer zijn zevende album, Oblivion With Bells.

Meer dan 25 jaar zitten Karl Hyde en zijn maat Rick Smith alweer in het vak. 27, corrigeert hij zelfs. In de jaren tachtig als leden van new wave band Freur en vervolgens als Underworld. Onder die naam beleven ze enorme successen in de jaren negentig. Underworld wordt bejubeld door pers en publiek en speelt overal. De band maakte alles al mee, maar zit anno 2007 niet zonder ideeën. Hyde somt op: “We hebben na A Hundred Days Off drie downloadalbums gemaakt, een compilatie, twee soundtracks, vijf 12 inches, een drie dubbel live-album voor Japan, een boek genaamd In the Belly of Saint Paul. Nee, het leven is niet saai.”

Muziekveteranen willen nog wel eens een ingedutte of verveelde indruk maken. Hoe hard ze ook hun best doen het te verhullen, ze zijn niet meer werkelijk geïnspireerd. Hoe anders is dat bij Karl Hyde. Zijn ogen twinkelen als hij spreekt over zijn nieuwe liefde: het internet. Underworld publiceert dagelijks op zijn eigen weblog, geeft gratis muziek weg wanneer het maar wil en deed al meerdere experimenten met live-optredens via internet. “We zoeken de grenzen van het internet op. Het is soms nog langzaam, soms crasht het. Maar het mooie is dat mensen het expres om laten vallen, zodat programmeurs daar oplossingen voor verzinnen. Werken met jonge programmeurs is net als werken met de jonge dj Darren Emerson begin jaren negentig. Programmeurs zijn een soort outsider artiesten. Ze hebben ideeën, gaan hun eigen weg. Als je geluk hebt kun je een tijdje met ze werken.”

De nieuwe manier van werken past volgens Hyde bij de veranderde muziekindustrie. “Enkel een fysiek album uitbrengen is niet alleen bijzonder kortzichtig, nu de platenindustrie langzaam instort is het zelfs gevaarlijk.” Het is bovendien een goede manier om Underworld in zijn volle breedte te ontwikkelen. “Het is gek: hoe ouder we worden, hoe meer we gaan doen. Rond 2002 kwamen we tot de conclusie dat we feitelijk maar één dingen deden: een album uitbrengen en daarmee touren. En dat terwijl we houden van film, beeldende kunst, van galerieën, schilderijen. We besloten: of er moest iets veranderen, of we konden beter stoppen. Stoppen was natuurlijk geen optie.”

Smith en Hyde stroopten de mouwen op en gingen aan het werk. Ze lieten zich inspireren door de Duitse clubscene en maakten een album dat meer dan ooit thuis in de woonkamer tot zijn recht komt. “We hebben met Sven Väth een live webcast gedaan vanuit zijn club”, zegt Hyde. “Toen hebben we onze muziek aangepast aan zijn dj-stijl. Nummers als Crocodile en Beautiful Burnout zijn daardoor langzamer geworden en veel ruimtelijker. We hebben dat zo gehouden, omdat het juist de muziek van Ricardo Villalobos, James Holden en Dominik Eulberg was die ons op dat moment inspireerde. Rond 2002 heeft de clubmuziek van het moment ons een tijd lang niet echt geraakt. Toen zijn we maar het soort muziek gaan maken dat we zelf wilden, in de hoop dat iemand ons kon inspireren. En dat gebeurde.”

Tussen alles wat Underworld de laatste jaren heeft gemaakt, is Oblivion With Bells een soort baken. Traditionele media vinden een ‘echt’ album nog altijd vele malen interessanter dan alle projecten bij elkaar. “Daar zijn we ons altijd van bewust geweest”, zegt Hyde. “Maar als we onszelf niet hadden ontwikkeld van een traditionele band naar een groep ontdekkingsreizigers, hadden we nu een stuk minder om over te praten. ‘We hebben een nieuw album uit. Het klinkt net als het vorige album, maar dan vijf jaar later.’ We zien Oblivion With Bells als een soort vlag om de pers mee te lokken. Hé! Hier zijn we!”

Met het internet en alle nieuwe media is het tempo van de wereld groter en groter geworden, maar voor de vergetelheid uit de titel is Hyde niet bang. “Je bedoelt de situatie waarin je volkomen vergeten bent? Van die definitie schiet ik altijd in de lach.” Hij voegt de daad bij het woord en voegt toe: “We hebben al dingen gemaakt die beklijven. Een track als Born Slippy gaat nooit meer weg. Weet je, we mogen al onze jongensdromen afvinken. We hebben overal gespeeld, met iedereen gewerkt en alles gedaan waarvan we vroeger dachten dat het belangrijk was. En het leuke is: er blijkt nog veel meer te zijn.”

Oblivion With Bells verschijnt op Different/PIAS en is tijdelijk te beluisteren in de Luisterpaal.