Two Gallants wil niemand beledigen

Indieduo uit San Francisco wil eerlijk en echt zijn

De Amerikaanse indieband Two Gallants is een apart stel. Ze houden niet van e-mail, hebben lang haar en baarden en hun liedjes spelen zich vaak af in de jaren twintig en dertig. "Ik vraag me wel eens af wat nog authentiek is in onze maatschappij."

Indieduo uit San Francisco wil eerlijk en echt zijn

Drummer Tyson Vogel moet het korte promobezoek van zijn band Two Gallants aan Amsterdam alleen doen. De band is gisteren twee treinkaartjes verloren en had geen geld om nieuwe te kopen. Maatje Adam Stephens is achtergebleven in Parijs. Het klinkt geloofwaardig, want Tyson Vogel ziet er niet uit alsof hij nog even een paar flappen uit het borstzakje van zijn vormloze vestje trekt. “Medelijden met Adam hoeven we niet te hebben”, zegt hij mysterieus, “Er is daar iemand waar hij graag bij is.”

Two Gallants is een bijzonder stel. Het duo uit San Francisco houdt niet van e-mail. Ze hebben lang haar en baarden en de verhalen in hun liedjes spelen zich niet zelden af in de jaren twintig en dertig. “We lijden aan een vreemd soort nostalgie. Niet dat we graag in een andere tijd willen leven, maar het is een goede manier om de betekenis van dingen te begrijpen. Menselijke verhoudingen zijn veranderd. Het is veel minder complex geworden. Menselijke emoties worden platgewalst door de moderne techniek. Er verdwijnt iets menselijks in de overvloed aan communicatie. Ik vraag me wel eens af wat nog authentiek is in onze maatschappij. Is een sms-bericht authentiek? Ik hoop dat iemand omhelzen of kussen dat nog wel is.”

Geen wonder dat Two Gallants hecht aan een nauw contact met zijn publiek. De band wordt in recensies vaak geassocieerd met optredens in bars, waar oude eenzame mannen hun verdriet verdrinken aan de bar. Vogel voelt wel voor de romantiek van het bruine café. “Het leuke van optreden in bars of bij mensen thuis is dat er geen kloof bestaat met het publiek. Alsof de mensen in de zaal ook performers zijn. Dat gaat zo vaak mis: op podia van twee meter hoog heb je een hiërarchische beleving. Dan is het geen conversatie, maar een effect.”

Ook de muziek zelf heeft onder deze vervlakking te lijden, vindt Vogel. “Op kleine schaal gebeuren er hele mooie dingen”, zegt hij, “maar in de mainstream is weinig om trots op te zijn. In de jaren dertig is veel mooie muziek gemaakt. Big bandjazz is bijvoorbeeld heel boeiend omdat het een sociale betekenis heeft. In plaats daarvan moeten wij het doen met Britney Spears.” Die inhoud probeert de band in zijn eigen muziek wel aan te brengen. Two Gallants speelt een kruising van blues en country, gebracht met een enorme intensiteit.

De band speelde al drie albums en een akoestische EP vol met liedjes over misdadigers, dronkelappen en echtgenoten met losse handjes. Een liefdesverhaal loopt bij Two Gallants doorgaans niet goed af. In 2004 verscheen debuut The Throes, twee jaar later What the Toll Tells en amper drie maanden geleden verscheen EP The Scenery of Farewell. Het titelloze derde album verscheen deze maand. “We verdiepen ons graag in zaken die ieder mens raken”, zegt Vogel. “We pretenderen niet te weten hoe je met dat soort situaties om moet gaan, maar ergens in het proces vind je misschien wel een sleutel.”

Eerlijkheid en puurheid staat hoog in het vaandel, en juist daarop werd Two Gallants afgerekend bij hun vorige album. Het toonaangevende webmagazine Pitchfork zette de band in de hoek als racisten. Oorzaak was het nummer Long Summer Day, waarin een negerslaaf door het lint gaat. Vogel zucht diep en vertelt: “Het was een nogal gevoelig onderwerp. We hadden het woord ‘nigger’ gebruikt. Het was helemaal niet beledigend bedoeld, maar een schrijver van Pitchfork vond het schandalig dat wij als blanke twintigers van de Amerikaanse westkust zo’n nummer hadden geschreven. Het was een erg oneerlijke recensie, want op basis van dat ene liedje kreeg meteen de hele plaat een onvoldoende. We hebben daar vooral van geleerd dat niets of niemand in de weg mag staan van onze muziek. De critici zullen er altijd zijn. Wij weten dat we de boel niet belazeren. We proberen zo echt en eerlijk mogelijk te zijn.”