Popsector ontploft over 'onwaarheden' in De Volkskrant

Journalist Van Gijssel: "We willen een discussie op gang brengen"

Wie 3VOOR12 een beetje volgt, weet van terugkerende ellende bij podia die verbouwen of een nieuw pand neerzetten. Maar dat het helemaal mis gaat met onze nieuwe popzalen zoals De Volkskrant afgelopen woensdag schreef, is pertinent onwaar. Dat zegt Berend Schans, directeur van de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals in een reactie op het 'discussiestuk'.

Journalist Van Gijssel: "We willen een discussie op gang brengen"

"Het gaat mis," zegt nu ook de sector. Zo opende de Volkskrant afgelopen donderdag een drie pagina's tellend stuk over popzalen van Nederland. Het zouden wankele tempels zijn die ten onder gaan aan amateuristische bestuurders. De Volkskrant sprak behalve twee adviseurs die hun brood verdienen aan de podia niemand uit de sector. En dat is diezelfde sector nogal in het verkeerde keelgat geschoten.

Volkskrant-journalist Robert van Gijssel zegt een discussie op gang te willen brengen: "Als vijf zalen in de problemen zitten, kun je van een trend spreken. Nighttown is failliet, het gaat niet goed met De Effenaar en Het Patronaat. Leon Zwaans en Paul van Oort hebben dat geluid verwoord." De discussie die de Volkskrant op gang heeft gebracht, gaat nu echter niet over de misstanden in de popsector, maar over het stuk zelf. "Een tendentieus verhaal waar schadelijke onwaarheden in staan," zegt Berend Schans van de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF).

Ook de als bron opgevoerde Zwaans is ongelukkig over het stuk: "Ik heb De Effenaaar juist genoemd als podium waar het goed gaat. En ook P60, die op de foto als een slechtlopende oude lullenzaal wordt neergezet, is nu net een voorbeeld van een zaal waar het wel goed ging." Toch blijft Zwaans bij zijn punt: "Het gaat regelmatig mis en bij die plekken waar dat gebeurt, kun je een patroon zien. Dat wilde ik aankaarten."

Schans onkent niet dat zich bij de professionalisering van de popsector problemen voordoen. "Het Patronaat, de Mezz en 't Paard, ze hadden of hebben te kampen met moeilijke beginperioden. Maar in het stuk worden alle probleemgevallen over één kam geschoren. En dat is kwalijk. Het stuk gaat volledig voorbij aan de ingewikkelde politieke en soms persoonlijke motieven die op lokaal niveau spelen bij de totstandkoming van de zaal. De bewering dat het fout gaat omdat de popzalen nog steeds draaien op een stel amateurs slaat echt nergens op. Een simpele kwestie van het ontbreken van wederhoor. Met een paar telefoontjes had Van Gijssel dat kunnen voorkomen."

Van Gijssel zelf zegt echter dat hij op twee rectificaties na nog steeds achter zijn stuk staat. "Dat de Mezz onder curatele heeft gestaan, klopt inderdaad niet. En met Het Paard gaat het inmiddels goed. Maar de Effenaar kon vorig jaar de huur niet eens betalen, de gemeente moest bijspringen. Tuurlijk zeggen ze allemaal dat het goed gaat. Die zalen maken zich al zorgen om de volgende raadsvergadering."

"Wat een onzin", zegt een bijna ontploffende Effenaar directeur Marijke Appelboom: "Het is juist heel soepel gegaan in Eindhoven. Tuurlijk, voor de bouw was er een hoop te doen over het budget en de nieuwbouw. Maar dat huurverhaal is echt een oude koe, die nooit in de sloot heeft gezeten. De gemeente heeft lang geleden gezegd dat ze marktcomforme huren wilde hanteren. Wij hebben nog voor er een steen is gelegd al aangegeven dat 't niet haalbaar is, tenzij dat gecompenseerd zou worden. Dat heeft de gemeente gedaan zonder dat ik daar ook maar over hoefde te zeuren." In feite is deze situatie een voorbeeld van een gemeente die het probleem op voorhand voorkomt. In Den Haag ging het juist op dit punt wel mis. Het Paard van Troje moest wel de marktcomforme huur ophoesten en werd daardoor vleugellam. Na drie jaar kwam de gemeente alsnog over de brug en krabbelde de zaal uit het dal.

Blijft de constatering van het probleem: bij de bouw van een nieuw poppodium gaat het vaker mis aan het begin. Zwaans denkt dat ruimere en meer realistische budgetten problemen kunnen voorkomen. "De popzalen moeten het vaak met een schijntje doen. Daarmee vraag je om problemen. Dat kun je de mensen in de sector niet aanrekenen, maar het is wel hoe het op dit moment werkt."

Schans ziet een verantwoordelijkheid voor zijn belangenvereniging in het delen van ervaring. Maar hij blijft bescheiden over de invloed die zijn vereniging kan uitoefenen: "Het lijkt een beetje de manier waarop het gaat in Nederland. Eerst de stenen en later de 'vulling' en de daarbij horende organisatie. Die processen bestrijken som swel vier colleges van B&W, waarbij politieke en soms ook persoonlijke ambities een grote rol spelen. Ons advies wordt dan ter kennis aangenomen, waarna de krachten weer gaan werken. Je ziet het niet alleen in de popsector. Ook het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam is bijvoorbeeld zo tot stand gekomen. Het begon met een plan van een paar miljoen, maar heeft uiteindelijk tientallen miljoenen gekost. Pas toen het af was, drong het tot de gemeente door dat er ook nog geld voor een programmering en exploitatie nodig was."