Hoezo poptempel? Het jeugdhonk stinkt tenminste nog!

Van Katoen reist in vier maanden tijd de kleinste podia van Nederland af

Een modernisering in spuitbeton, noemt zanger Bazz van Van Katoen het. Zijn band laat de hippe poptempels even links liggen en keert voor vier maanden terug naar de roots: het jeugdhonk. Een nostalgische toer langs stinkende zaaltjes met ouderwetse macaroni.

Van Katoen reist in vier maanden tijd de kleinste podia van Nederland af

Patronaat in Haarlem en Hedon in Zwolle klinken een stuk indrukwekkender op je speellijst als band dan De Klep in Strijen en De Gooth in Ridderkerk. Dat weet zanger Bazz van Van Katoen ook wel. Toch heeft zijn band er welbewust voor gekozen om in een tour van vier maanden 29 jeugdhonken aan te doen. Onder de naam Honk Honk Toer reist Van Katoen in een oude schoolbus vol apparatuur van Stadskanaal tot Posterenk, van Buren tot Krimpen aan de IJssel. De tour begon 20 januari in Wijk bij Duurstede en krijgt een grote finale op 20 mei in Paradiso. “Het is helemaal te gek”, zegt Bazz over het avontuur tot nu toe. “Het stinkt er nog.”

“Het is altijd moeizaam om een plekje te krijgen in het clubcircuit”, vertelt Bazz, “En vaak staat er de dag voor en na je een belangrijke buitenlandse band, waar meer aandacht naar uitgaat. Bij die jeugdhonken is het precies andersom. De vrijwilligers zijn enorm enthousiast en iedereen is erop gebrand er een topavond van te maken. Tachtig procent van de zalen is uitverkocht.” De vrijwilligers van het jeugdhonk spelen zelf een belangrijke rol in de promotie. Vooraf krijgen ze een stapel flyers, en voor ieder honk wordt een speciale radiocommercial opgenomen voor op de lokale radio. En, niet onbelangrijk, Van Katoen speelt altijd met twee lokale bands.

In het landschap van steeds moderner wordende poptempels is het honkencircuit een verademing, vindt Bazz: “Natuurlijk gaan er dingen fout, maar daar zijn we op voorbereid. In onze bus hebben we een complete installatie bij ons, die we kunnen gebruiken als dat nodig is. Maar die jeugdhonken hebben over het algemeen veel meer sfeer dan de nieuwe zalen. De nieuwe popzalen zijn gemaakt voor een breed publiek. Je moet er allerlei soorten muziek in kwijt kunnen. Daardoor is de aankleding vaak heel neutraal. Bij jeugdhonken zie je dat veel minder. Ook als er geen concert is, zijn er toch mensen om een potje te poolen of een biertje te drinken. Je hebt als zaal een veel sterkere binding met je publiek. En je hebt er moeders die macaroni koken zoals je dat vroeger ook at.”

Van Katoen is bij uitstek de band om zo’n initiatief te starten. De band slaagt er al jaren in om zonder label maar mét originele ideeën een trouw publiek aan zich te binden. De meeste fans zijn tussen de 14 en 24 jaar oud, voor een belangrijk deel bezoekers van jeugdhonken dus. “Als het over problemen bij moderne grote zalen gaat, wordt vaak vanuit podia geredeneerd. Een deel van de verantwoordelijkheid ligt ook bij de bands. Je moet je publiek mobiliseren, krachten bundelen met andere bands. Niemand zit op jou te wachten.”