3VOOR12 bespreekt Album van de Week (24): Queens Of The Stone Age

Josh Homme klonk niet eerder zo gruizig als op Era Vulgaris

Rockmachine Queens Of The Stone Age kiest op vijfde plaat Era Vulgaris voor een rauwere garagesound. Een rafelige jas die een van 's werelds beste en meest strakke rockbands prima zit. Gebleven zijn de halsbrekende drumbreaks, de melodieuze zang van opper-Queen Josh Homme en de ene killer gitaarrif na de andere. Daarmee is het vuige Era Vulgaris het vijfde meer dan beregoede QOTSA-album op rij.

Josh Homme klonk niet eerder zo gruizig als op Era Vulgaris

Vond Queens Of The Stone Age-brein Josh Homme sommige stukken van zijn vorige plaat Lullabies To Paralyze achteraf ook te glad klinken? Zo ja, dan moet dit wel de verklaring zijn voor het gruizige, rauwere geluid op het vijfde QOTSA-album Era Vulgaris. Met Songs For The Deaf kwam de band die de stonerrock opnieuw uitvond in 2002 met een ultieme rockplaat. Een album zo dreunend dat een dove de muziek inderdaad met gemak kon voelen. Mede dankzij de drumvellen tot gort meppende Dave Grohl. Opvolger Lullabies To Paralyze zocht het vaker in de psychedelische hoek, maar bood als opvolgers voor hits No One Knows en Go With The Flow ook radiovriendelijke singles als Little Sister en In My Head.

Met die betonnen doch radiovriendelijke sound rekent Queens Of The Stone Age op Era Vulgaris – Latijn voor de tijd waarin wij leven – subiet af. Vergeleken met die vol klinkende voorgangers heeft Era Vulgaris een ronduit rafelige, garageachtige sound gekregen. Alsof Homme en zijn sinds Lullabies To Paralyze vaste krachten gitarist Troy van Leeuwen en drumbeest Joey Castillo thuis in een bedompte kelder staan te spelen in plaats van de studio. Aan de muzikale formule is niet veel gesleuteld. Ook op plaat vijf blinkt QOTSA uit in melodieuze zang over hypnotiserende, snoeiharde gitaarriffs verpakt in heftige, strakke rocksongs. Zeker de helft van de nummers vliegt halverwege verrassend een andere, soms psychedelische kant op.

Muzikale gasten zijn er ook weer, al zijn die dit keer op de vingers van een hand te tellen. Gek genoeg heeft het titelnummer met een gastrol voor Nine Inch Nails-brein Trent Reznor Era Vulgaris niet gehaald. Wel gromt stamgast Mark Lanegan weer een stukje mee op River In The Road. Strokes-zanger Julian Casablancas kreunt bijna onherkenbaar mee op de loeiharde single Sick, Sick, Sick, voorzien van de meest vernietigende monsterriff die we dit jaar hoorden. Een klap in je gezicht met de vlakke hand die je sterretjes doet zien, niets minder. Dan hebben we de bedwelmende opener Turning On The Skrew al gehad, met gitaren die de duimschroeven inderdaad strak aandraaien. Battery Acid is nog zo’n track die z’n naam eer aan doet: een bijtende, duizelingwekkende stamper.

Een enkel liedje op Era Vulgaris mag gewoon mooi zijn. Homme toont zich op Into The Hollow met onderkoelde zang van zijn kwetsbaardere kant, erg vergelijkbaar met I Never Came van Lullabies. Over citaatjes gesproken: een soortgelijk riffje uit 3’s & 7’s hoorden we tien jaar terug al eens op het debuut, maar tilt hier een andere potentiële single naar grote hoogte. Het ritme en gitaarwerk van Run Pig Run roept First It Giveth van Songs For The Deaf in herinnering, maar heeft als mokerslag iets minder impact. Citeren uit eigen werk is wel iets anders dan recyclen: het funky, wat melige Make It Wit Chu stond al op een aflevering van Homme’s Dessert Sessions uit 2004. Dat neemt niet weg dat QOTSA zijn status van beste harde rockband ter wereld met gemak prolongeert. Al wordt meesterwerk Songs For The Deaf niet overtroffen. Nog niet.

Era Vulgaris is binnenkort te beluisteren op de Luisterpaal.