Michael Gira maakt een bed om op te neuken

Over We Are Him, Devendra Banhart en zijn oude band Swans

Michael Gira heeft met zijn collectief The Angels of Light een nieuwe plaat gemaakt, We Are Him. De oud-voorman van Swans en labelbaas van Young God Records zit al 25 jaar in het vak, maar heeft nog steeds het gevoel dat hij beter kan. "Ik kijk altijd uit naar de volgende plaat."

Over We Are Him, Devendra Banhart en zijn oude band Swans

De drie platen uit zijn oeuvre die hij anderen zou aanraden? Michael Gira is even stil. “Die moeten nog uitkomen”, zegt hij dan, doodserieus. “Ik kijk altijd uit naar de volgende, de plaat die helemaal fantastisch is. Ik respecteer de dingen die ik gedaan heb, maar ik heb voor mijn gevoel nog nooit het maximale bereikt, omdat er zoveel fases zijn tijdens het maken van een plaat. Het schrijven van de nummers, de mensen die meespelen, het mixen. Zo’n plaat is dan niet meer alleen van mij. Ik heb gewoon het gevoel dat het áltijd beter kan.”

Het mag duidelijk zijn: Michael Gira is op zijn 53ste absoluut geen artiest die het allemaal wel best vindt. De zanger die vijfentwintig jaar geleden begon met het muzikaal terroriseren van de wereld met de loodzware noiserock van zijn band Swans heeft zich muzikaal constant ontwikkeld en reist nu voornamelijk solo de wereld rond. Platen maken doet hij niet in zijn eentje. Integendeel: op We Are Him, het vijfde studioalbum van zijn muzikale collectief The Angels of Light doet een waslijst aan vrienden mee, waaronder Bill Rieflin (Swans, Ministry, Robert Fripp en huidige drummer van R.E.M.), Julia Kent (Antony & the Johnsons) en Christoph Hahn (Swans). Zeg maar een soort Desert Sessions, maar dan in New York.

“Voor dit album heb ik de basis opgenomen met Akron/Family, een band die op mijn label Young God Records zit”, zegt Gira. “Wij hebben samen het bed opgezet, daarna mocht iedereen er op neuken. Ik houd ervan om met vrienden te werken, omdat ik met ze kan praten in niet-muzikale termen. Hoe dat werkt? Alsof ik jou in een donkere kamer een klap in je gezicht geef, zo zijn mijn aanwijzingen ongeveer.” De samenwerking levert een rijk georkestreerde plaat op vol repeterende melodieën, met de vaak dreigende en beklemmend klinkende stem van Gira in het midden.

Toeren doet hij dus alleen, maar dat heeft een reden. “Ik wil liedjes brengen die emotionele lading hebben en krachtig zijn. Ik ben geen conventionele zanger zoals James Taylor, mijn stem draait meer om intensiteit, zoals bij de blues. Toeren met bands wordt op den duur ook een soort babysitten, al weet ik niet of ik de babysitter van de muzikanten ben of andersom.”

Gira doet alles zelf. Met de muziekindustrie heeft hij het allang gehad – de reden ook waarom hij zijn eigen label runt. “Ik stap de trein in met een koffer met cd’s, een gitaar en een tas en ik ga. Ik manage mezelf. Zo simpel wil ik het houden, al sinds Swans eindigde. Ik kijk gewoon hoeveel geld ik heb, wat ik voor dat geld kan doen en dan doe ik het. Dat hele mysterieuze moeilijke van een platencontract en de platenindustrie zegt me niets.” Voor zijn label Young God Records, dat Gira al oprichtte in 1990, maar eind jaren ’90 nieuw leven inblies, geldt dezelfde werkwijze. Devendra Banhart, Lisa Germano en het al eerder genoemde Akron/Family zijn een paar artiesten die werk uitbrengen via Young God Records.

Eerstgenoemde is een verhaal apart. Gira haalde Banhart over om naar New York te komen nadat zijn vriendin hem had horen spelen in Los Angeles, toen de folkie in het voorprogramma van haar band stond. Ze hoorde zijn stem en nam een cd-tje van hem mee naar huis. “Nadat ik de cd had gehoord schreef ik hem een lange email waarin ik uitlegde waarom hij op mijn label moest en hem overhaalde om te verhuizen naar New York. Hij heeft een hele tijd bij ons op de bank geslapen. Het meeste van die cd-r is uiteindelijk op zijn eerste plaat voor Young God terechtgekomen.” Banhart ging ook mee op tour als voorprogramma én als lid van The Angels of Light. Iets dat zich later met Akron/Family herhaalde. Het is Gira’s manier om ‘zijn’ artiesten vooruit te helpen. “Ik gebruik mijn reputatie om hem in contact te brengen met anderen.”

Het hoofdstuk Swans is inmiddels lang geleden voor Gira. Hij doekte de band in 1997 op, maar speelt nog wel steeds een aantal nummers live, zoals God Damn The Sun, Blind, She Lives! en I Am The Sun. “Ik ben er wel trots op, maar Swans staat bekend om die zware luide muziek uit het begin, terwijl er altijd ontwikkeling was. The Angels of Light was een logische vervolgstap; ik wilde het geen Swans meer noemen, omdat die naam een last werd. Swans was alsof je een shirt gemaakt van haar aanhad.”

Nogmaals een vraag over drie platen, nu de beste die in zijn ogen zijn gemaakt. Hij kiest voor John Wesley Harding van Bob Dylan, Pink Floyd’s Ummagumma en Strange Days van The Doors. Drie platen uit de sixties, toen hij een jaar of veertien, vijftien was en rondzwierf in Amsterdam, Istanbul en later Israël. “Het zijn platen die ik eigenlijk nooit meer luister. Dat hoeft ook niet; ik heb ze destijds zoveel geluisterd dat ik elke noot en elk woord van elk liedje ken. Dat geldt in ieder geval voor die van Dylan en The Doors, want op Ummagumma staan eigenlijk geen liedjes. Dat is meer een ervaring.”


‘We Are Him’ van The Angels of Light (Young God Records/Konkurrent) verschijnt op 27 augustus. Michael Gira speelt 13 oktober in Theater Kikker (Utrecht), 14 oktober in Vera (Groningen) en 15 oktober in Paradiso (Amsterdam). Solo dus.