3VOOR12 bespreekt Album van de Week (34): Caribou

Caribou maakt van saaie vrucht een sexy hapje

Soms hoor je op een album waar het mis had kunnen gaan. Waar zoet, té zoet wordt of bombast te veel bombast. Canadees Dan Snaith speelt op zijn vierde album erg slim met dit gegeven. Andorra is een plaat vol prachtig dromerige popmuziek zonder dat we bang hoeven zijn nummers terug te horen onder een familie auto reclame of er bij in slaap te vallen.

Caribou maakt van saaie vrucht een sexy hapje

Als je als artiest het stempel ‘dream-pop’ kwijt wil raken, is het niet handig om in interviews aan te geven dat je nieuwe artiestennaam (Caribou was vroeger Manitoba, maar moest deze na een rechtzaak wijzigen) het gevolg is van een LSD-trip. Hoogstwaarschijnlijk vindt Canadees Dan Snaith alias Caribou, het stigma dus ook wel prima. Wij ook, want Andorra is alles behalve een bad trip en deze week Album van de Week.

Snaith is naast begenadigd pianist ook een prima drummer en dat is te horen op deze thuisknutselplaat. Waar veel oestrogenenpop namelijk blijft hangen in koortjes en onschuldige melodietjes, zijn het op Andorra de drumpartijen die de aandacht trekken. Soms onopvallend maar sinister stuwend, dan weer hevig solerend of experimenteel. Na Young Folks is het moeilijk om de vergelijking met Peter, Björn & John niet te leggen.

Belangrijk verschil is echter dat Andorra niet leunt op één top 10 single, maar een heerlijk coherent album is geworden. Andere namen die bij beluistering van Andorra boven komen drijven, zijn Panda Bear, onze vaderlandse Berend ‘Bauer’ Dubbe en de vriendjes van Caribou: Four Tet en Junior Boys. Jeremy Greenspan van deze laatste band nam de zang van She’s The One op zijn rekening, helaas blijkt dit het minste nummer van de plaat.

Het vierde album, tweede onder de naam Caribou, zou wel eens de grote doorbraak van Snaith kunnen worden. Zijn vers behaalde PHD in de algebraïsche nummer-theorie kan dus nog even op de schoorsteenmantel blijven staan. Ja, Snaith komt uit een echte wiskundefamilie en leunde bij eerdere albums ook nogal sterk op mathematisch perfecte samplestructuren. Deze methode leverde voorheen vaak nogal hoekige liedjes op en is op Andorra overboord gegooid. Dan Snaith is echt aan het componeren geslagen.

Dit nieuwe elan is goed te horen op openingsknaller en single Melody Day. Geen dreutelige intro maar een plezierig zomers bombast dat ook Victor en Rolf’s Flowerbomb als naam had mogen dragen. Na ruim drie minuten lijkt het nummer wat klungelig te doven. Het blijkt puur een adempauze om daarna nog eens de deur van de gehele bloemenveiling van Aalsmeer open te gooien.

Andorra is zoet, belachelijk zen en heel erg Brian Wilson, maar net wanneer je bang bent Caribou in het rijtje Opel-Astra-reclame-muziek-artiesten als José Gonzáles, Moby of Damien Rice te moeten plaatsen, weet de plaat te verrassen. Neem het uptempo After Hours (dat verdovende middelen op menig afterparty overbodig maakt), de intens aanstekelijke beat van Sundialing of persoonlijk favoriet Irene (helemaal lekker over koptelefoon; beat en zang vloeien hypnotiserend van voor naar achter, van links naar rechts). Het blijken de goed geplaatste stukjes pit in het zoet die Andorra ook na een paar keer luisteren boeiend houden. Zeg maar de Serranoham die van een saai stuk fruit als de Galiameloen ineens een spannend en sexy hapje maakt.

In slotstuk Niobe komen de bloemen, de bijtjes maar vooral de pit grandioos samen. Het nummer met de repeterende zin “I fall so far”, vertelt een verhaal opgebouwd uit bizarre drones, piepjes, drumexplosies en een heerlijke, bijna uit de techno afkomstige melodie. Deze hooikoortsrave van bijna negen minuten had nog zeker twintig minuten langer mogen duren en is een meer dan waardige afsluiter van een bijzonder (lekker) album.