3VOOR12 bespreekt Album van de Week (15): Bright Eyes

Conor Oberst gaat met Cassadaga op de bombastische toer

Conor Oberst a.k.a. Bright Eyes werkt op zijn zesde album Cassadaga de eigen draai die hij aan country en folk heeft gegeven, verder uit. Dit keer worden de traditioneel klinkende songs flink verrijkt met zwierige, bombastische orkestpartijen. Het levert een wat zware, maar ook bloedmooie plaat op, die zich met recht Album van de Week mag noemen op 3VOOR12.

Conor Oberst gaat met Cassadaga op de bombastische toer

Conor Oberst houdt van aanpakken. Net 27 jaar is hij geworden en er zijn al zes albums en een verzamelaar van hem uit. Bovendien liet hij zich tot nu toe niet vastpinnen op een stijl meer of minder. Dat werd nog het meest duidelijk toen hij twee albums tegelijk uitbracht die compleet verschillend klonken. Op I’m Wide Awake, It’s Morning hoorden we warme, intieme country- en folkliedjes, zeer geschikt voor bij het kampvuur. Killere elektronica bepaalde de sound op Digital Ash In A Digital Urn. Twee cruciale ingrediënten zorgden ervoor dat beide albums toch als ‘typisch Bright Eyes’ klonken: de emotionele, gelaagde songs met duizelingwekkende teksten van Oberst en zijn karakteristieke, nerveuze stemgeluid.

Op zijn nieuwe, wederom zeer ambitieuze album Cassadaga wordt duidelijk in welke van die twee stijlen Oberst zich het meest thuis moet voelen. De stevige beats en drumsounds van Digital Ash In A Digital Urn zijn nergens meer te bekennen. Het is op Cassadaga country en folk wat de klok slaat, geregeld in de meest Amerikaanse traditie. Bob Dylan ten tijde van Blonde on Blonde is soms dichtbij al geeft Oberst wel zijn eigen draai aan deze genres, die hij bovendien op zijn eigen manier uitwerkt. Het less is more-principe van I’m Wide Awake, It’s Morning is wel overboord gesmeten. Zwierige, rijke arrangementen met alle ruimte voor een compleet orkest zorgen ervoor dat Bright Eyes nooit eerder zo vol en bombastisch klonk.

In plaatopener Clairaudients (Kill or be Killed) worden zorgvuldig alle registers een voor een opengetrokken. Dreigende, dissonante strijkers zwellen aan terwijl een voor de helft onverstaanbare vrouwenstem door de telefoon vertelt over Cassadaga, ‘the center of energy’. Dit is een spiritueel kamp in Florida, waar Oberst naar verluidt heel wat vrije tijd heeft doorgebracht. Het dreigende onheil maakt na precies twee minuten plaats voor een bedrieglijk lichtvoetige popdeun, waarna Oberst met band en orkest de song steeds verder laten aanzwellen. Dat procédé wordt op Cassadaga meerdere malen erg knap herhaald. Qua liedjes schrijven is Oberst zo te horen nog steeds op weg naar de top van zijn kunnen.

Middleman, over de angst voor middelmatigheid, en single Four Winds zijn de meest typische countryliedjes op de plaat. Nummers waarin van die typisch ‘wild west’ aandoende violen de sfeer bepalen. Je ziet moeiteloos een saloon uit een klassieke western voor je. Horen we die violen in Four Winds nu echt Santa Claus Is Coming To Town spelen? Hoe luchtig dat pakkende deuntje ook klinkt, de thematiek op deze en andere songs is zwaarder dan dat we tot nu toe van Oberst gewend waren. Net als Arcade Fire op Neon Bible richt nu ook Oberst zijn ogen minder op zijn directe omgeving en meer op de wereldproblematiek.

Hij bezingt wat hem dwarszit in de voor hem kenmerkende uitgebreide, lyrische woordenstromen. Dus spuwt hij in Four Winds zijn gal over religieuze conflicten. Gooi de Bijbel, de Torah en de Koran maar tegelijkertijd op de brandstapel, misschien dat we in de rook dan iets van de waarheid kunnen ontdekken, mijmert hij. Ook in Clairaudients houden heilige oorlogen hem bezig (“You think that God is keeping the score?), net als klimaatsveranderingen. “First snowman built at the end of June”, zingt hij schijnbaar kalm, terwijl violen, klarinetten en trompetten alle hoeken van de toonladder opzoeken.

Toch gaan de minder directe teksten vol metaforen en beeldspraak Oberst nog altijd het beste af. Teksten? Zeg maar gerust lyrische woordenstromen. Poëzieliefhebbers kunnen hun lol op in een uitgesponnen song als I Must Belong Somewhere, met bloemrijke omschrijvingen van tientallen grijpbare en ongrijpbare objecten die je volgens Oberst niet uit hun natuurlijke omgeving moet rukken. Ook het schrijven van intiemere, kwetsbare liefdesliedjes is Oberst gelukkig nog niet verleerd, met het suikerzoete Make A Plan To Love Me als beste voorbeeld.

Toch zijn de meeste hersenspinsels van Oberst minstens zo mysterieus als het cd-hoesje, dat alleen te ontcijferen is met behulp van de bijgeleverde Spectral Decoder. Hou dit doorzichtige kaartje voor de grijze ruis op het hoesje en zie de pyramides van het Egyptische Gizeh verschijnen, waarop een meteoor dreigt neer te storten. Als de inmiddels 27-jarige Oberst zijn inspiratie uit dit soort spirituele bronnen blijft halen, staat ons nog een hoop moois te wachten. Want zijn muziek wordt er hoorbaar rijker van en zijn teksten fraaier, zonder dat hij verzandt in niet te volgen zweverigheid.