Moet Bart Skils nu moppen gaan tappen tussen zijn platen door, of mag hij zich gewoon blijven concentreren op de perfecte mix? De onduidelijkheid die de afgelopen weken ontstond in de Tweede Kamer over de fiscale status van de dj lijkt vooral op misverstanden te berusten. Minister Zalm legde het verzoek van de SP om de dj de artiestenstatus te geven precies andersom uit: de grappenmakers op de radio mogen zichzelf vergelijken met cabaretiers, dj's op dancefeesten zijn niet meer dan platendraaiers.

CDA-kamerlid Nicolien van Vroonhoven, die toevallig zowel de fiscale als de culturele portefeuille onder haar hoede heeft, vindt de onduidelijkheid overbodig. Haar partij steunt vragen die SP en D66 deze week aan minister Zalm hebben gestuurd, zo beloofde ze plechtig in De Gevestigde Orde: "Wij gingen er vanuit dat Zalm één lijn wilde trekken. Ik zal dan ook contact opnemen met SP en D66 om ervoor te zorgen dat iedereen weet waar hij aan toe is. Er is wel één 'maar': als Brussel zegt dat we dat onderscheid moeten houden, dan heb ik ook geen poot om op te staan."

Een besluit als dit past duidelijk binnen het standpunt van het CDA: er moet nadrukkelijk aandacht zijn voor het gebied waar economie en cultuur samenkomen. "Het is belangrijk dat er een industrie achter zit. De overheid moet nadenken over welke instrumenten we kunnen inzetten. Je moet belastinghobbels wegnemen, je moet kijken welke regeltjes er allemaal dwarszitten."

Van Vroonhoven deelt de opvatting van D66 dat het boeken van een dj op een festival aangeeft dat hij artistiek gezien relevant is: "Als overheid moet je daar verder niet over gaan. Ik vind het bovendien een heel raar verschil: als je als een idioot mensen gaat bellen tussen de muziek door, ben je een artiest, als je alleen draait niet. Ik ben het er helemaal mee eens dat daar helderheid in moet komen. Eigenlijk moeten dit soort dingen bij Medy van der Laan aangekaart worden. Ik denk ook dat het goed komt."