Succesvolle raketlancering in lichtschip Vessel 11

Stonerrockband Red Rocket komt debuutplaat voorstellen

Christel de Wolff | Foto's: Peter Lodder ,

Versleten spijkerbroeken, lange haren, gitzwarte bandshirts met agressief ogende opdrukken en bier in plastic bekertjes. Op 23 januari 2015 kwam het allemaal samen in V11, het drijvende concertzaaltje dat rond een uur of tien ’s avonds nog niks vermoedend lag te dobberen in de Wijnhaven. Vanwege een grote kans op gladheid op de weg was er vrijdagavond landelijk code oranje afgegeven. In Vessel 11 leek het echter meer op een code rood: de vierkoppige Rotterdamse stonerrockband Red Rocket stelden vanavond hun debuutalbum voor op het eveneens vuurrode lichtschip te Rotterdam.

 Tijdens het soundchecken wordt er al enthousiast gestampt en geklapt. Dat belooft nog wat voor de show later op de avond. Maar voordat de mannen van Red Rocket het podium zullen betreden is het aan support act Hurricane Joe om de nu al aanwezige menigte op te zwepen. Twee brede gasten met bivakmutsen laten zien dat er met alleen een karig drumstel en een akoestische gitaar, toch behoorlijk stevige muziek gemaakt kan worden: stevige beats, stevige vocalen en bovenal stevige songteksten. Dat Hurricane Joe al een heus begrip is in Rotterdam wordt duidelijk als het publiek grotendeels kan meezingen met de meeste gespeelde songs. ‘Joe’ neemt veel tijd om zijn nummers aan elkaar te praten. Hij doet dat allemaal op z’n Amerikaans, wat natuurlijk goed past bij zijn imago als grofgebekte country and western muzikant. Als hij echter zijn laatste nummer ‘Go to hell’ opdraagt aan het locale voetbalploegje “Fey-juh-noord”, laat hij zo toch even weten dat cowboyhoed en T-shirt met Texaanse vlag ten spijt, Hurricane Joe toch gewoon een ‘Rotterdammert’ is.

Waar de support act aan slechts twee trommels genoeg had, neemt het enorme drumstel van hoofdact Red Rocket haast de helft van het podium in beslag. Dat drummer Bruno Vogel zich achter zo’n uitgebreid instrument toch nog zit te vervelen, blijkt wel als hij óók nog eens de zang van de band op zich neemt. Als gevolg van zijn multitasken, wurgt hij zichzelf af en toe bijna met de onhandig loshangende kabel van zijn microfoon, maar dat lijkt hem niet in de weg te zitten. Vogel heeft een bijzonder zalvende stem, waar hij veel meer mee kan dan alleen maar hard schreeuwen. Ook over het talent van de rest van de band hoeft niet te worden getwijfeld. De mannen Tom van Garderen op basgitaar, Ross MacLean en Maxim van Veen verantwoordelijk voor de twee raggende gitaren, jagen er in een moordend tempo af en toe een jankende solo tussendoor.

Het tweede nummer op de set van vanavond ‘Lasermonkeys on acid’, waar onlangs nog de zelf in elkaar geknutselde videoclip van op Youtube verscheen, heeft in de coupletten een wel heel hoog ‘(You’ve got to) Fight for your right (to party)’ gehalte. Echter, met het snoeiharde refrein dat volgt, doet Red Rocket het voorkomen alsof de Beastie Boys eigenlijk maar softies zijn.  

Zoals gebruikelijk op een album release party worden de eerste exemplaren al tijdens het optreden uitgereikt. Dit keer worden er maar liefst drie cd’s weggegeven. Een beetje ongemakkelijk maar zichtbaar trots, komen de drie onmisbare factoren in de totstandkoming van het album hun exemplaar ophalen op het podium. Het is een mooi moment waar ook even de nodige foto’s en video-opnames van gemaakt moeten worden. Een enkeling in de zaal duurt het echter allemaal net iets te lang en wordt er “SPELEN!” geroepen. Vogel reageert met de gevatte uitspraak: “spelen doe je maar bij de Intertoys!” 

Voor een van de volgende nummers verschijnt gastzanger Robin Otto ten tonele. Al headbangend spuugt hij zijn woorden uit in de microfoon die oorspronkelijk voor de achtergrondzang van gitarist Ross McLean bedoeld was. De afstelling van het geluid laat tijdens dit nummer even wat te wensen over, maar Robin compenseert ruimschoots met zijn geanimeerde manier van optreden.  

Het is druk in V11 en het publiek is enthousiast. De ongeschreven regel is dat de eerste één à twee meter achter de monitors van de band het gebied is waarin geduwd en gestuiterd mag worden. Daaromheen vormt zich een bufferzone van brede schouders die meegebracht vrouwelijk publiek instinctief beschermen. De gestoffeerde bankjes aan weerskanten van de zaal zijn vanavond om op te staan. Deze bieden uitkomst aan bezoekers die liever niet willen verdrinken in de alles verslindende draaikolk die is ontstaan in de buik van het lichtschip. 

Het absolute hoogtepunt van de avond is de toegift. Red Rocket bewaart de nu al klassieke single ‘Shit nugget’ voor het allerlaatst. Een paar fans van het eerste uur proberen nog te smeken om meer herrie, maar er is geen discussie mogelijk. En het is maar goed ook, want eenmaal terug in de koude donkere nacht slaat de realiteit hard toe. Het is al ruim over twaalven, Vessel 11 heeft buikpijn en menig trommelvlies is gesneuveld. Rotterdam is in 2015 weer een ‘oorgasmisch’ debuutalbum rijker. De rode raket is gelanceerd.