Blij Bombino Bezweert Best

Maar valt ook in herhaling

Tekst: Joost van Beek / Foto's: Maarten Mooijman ,

In de luwte van het Nederlands Film Festival organiseerde dans- en muziekpodium RASA verleden week een eigen feestje. De organisatie van festival RASAMania liet de landsgrenzen voor wat ze zijn en programmeerde vier avonden aan wereldmuziek. Zaterdagavond trad Bombino aan: de populaire nomadenband uit Niger die niet vies is van 'Auerbachiaanse' blues licks. Lekker!

Bombino dus, de band geformeerd rondom Omara 'Bombino' Moctar, lid van de nomadische stam Toeareg. Hij leerde zichzelf gitaar spelen in ballingschap in Algerije. Nadat de filmmaker Ron Wyman jaren later verbluft een cassette van Bombino aanhoort, start hij een zoektocht naar de gitarist (die heeft dan al een sessie met Keith Richards en Charlie Watts op het CV staan). Wyman snort hem op in Burkina Faso en biedt hem zijn studio in Cambridge aan. De opnamesessies die daar plaatsvinden, leiden tot het album Agadez dat in 2011 uitkomt.

Agadez vormt de brug naar Dan Auerbach (zanger/gitarist van The Black Keys) die tekent voor de productie van de uitstekende vervolgplaat Nomad (2013). Met de samenwerking boort Bombino een nieuwe fanbase aan. De band speelde al op Lowlands, Into The Great Wide Open en Incubate. Mogen we Bombino's recente werk dan 'veilige' wereldmuziek noemen? Ja, de hand van Auerbach is duidelijk terug te horen op Nomad – die vettige bluesriffs! - maar Bombino blijft dicht bij zijn roots. De ritmes op Nomad zijn lekker speels, hakkelend en opwindend, en de teksten zijn gezongen in het Toeareg.

Vanavond warmt de band op met een akoestisch blok. De eerste twintig minuten zijn ritme-georiënteerd, met djembés als belangrijkste troef. RASAMania trekt een gemêleerd publiek, waardoor Bombino een feestje met jong en oud viert. Leuke gewaarwording: de 'oudjes' kennen over het algemeen minder gêne dan de jongere generaties en laten zich welwillend meevoeren door de Afrikaanse ritmes. Het leren schoeisel van Bombino contrasteert intussen plagerig met zijn kleurrijke Toearegoutfit.

Na het akoestische blok weten we het al: we hebben vanavond te doen met rasmuzikanten. Als de elektrische gitaren zijn omgehangen, geeft de band een dot gas. Wie weet heeft het te maken met de onverstaanbare teksten, maar vocalen en instrumentarium vormen een organisch - en daarom bezwerend - geheel. Wat na een aantal nummers wel opvalt is dat het gros van Bombino's materiaal exact dezelfde opbouw kent. Vaak werken de liedjes van Bombino naar een instrumentale uitloop en in de finale volgt een tempoversnelling. Die versnellingen doen op den duur wat plichtmatig aan. De band klinkt compleet, maar het is alsof de ritmegitaar niet is ingeplugd.

Daar tegenover staat een opwindende drumsolo. En ook het frisse reggae-uitstapje tegen het eind van de reguliere set is erg fijn. Bombino zelf speelt vingervlug, aanstekelijk en met een tevreden grijns op zijn gezicht. De sfeer is broeierig: in de zaal wordt nu tevreden gedeind en intensief gedanst. Op het podium schuurt Bombino zijn kruis langs z'n besnaarde vriend.

Dan richt de bassist het woord tot de zaal: "Wij zijn blij." Vervolgens kondigt hij, in het Nederlands, het laatste nummer aan. Een teleurgestelde reactie volgt. Bassist: "Jullie zijn moe." Publiek (in koor): "Nee!" Bassist (perfect getimed): "Ja!" Ja, Bombino speelde vanavond een lekkere show, niets meer en niets minder. En ben je benieuwd waar zijn teksten in godsnaam over verhalen? Check dan deze link.   

Gezien: Bombino tijdens RASAMania, zaterdag 27 september 2014 @ RASA, Utrecht