Strangers Among Bears releaset beregoede EP ‘As long as we exist’

+ Rise a Thousand teert op gehaaid spektakel

Elysa van der Ven ,

Geen lastminuteticket meer weten te scoren voor Pinkpop? Niet getreurd, er zijn genoeg alternatieven en je hoefde er niet eens helemáál voor naar het zuiden. Zo verzorgt de Tilburgse metalact Strangers Among Bears een beweeglijke releaseparty op vrijdagavond in Little Devil. Het is aan het levendige Rise A Thousand om de avond in te leiden.

Rise A Thousand

“Neem een schoon shirt mee, want het wordt zweten!” zo kondigt deze frisse metalformatie zichzelf voor het optreden aan op hun Facebookpagina. Komt menig festivalganger dit weekend inderdaad drijvend de tent uit (om er doorweekt van de regen weer terug in te gaan), laat die zogenaamde stoomsessie toch even verdomd teleurstellend op zich wachten, hier onder een rustig prevelend metalpubliek. De grotendeels Brabantse band, die naar eigen zeggen metal maakt ‘your girlfriend will approve’, weet zelfs met moeite de mannen op hun wenken te bedienen.

Deze moderne, gladde metaljongens zetten daarentegen geen saaie performance neer. Integendeel: hoge sprongen, melodische klanken en epische breakdowns verzorgen grotendeels het repertoire. Dat mag ook wel: in de prille begindagen van Rise A Thousand stond de vijfkoppige formatie al in het voorprogramma van de band Silverstein, om vervolgens in 2015 de Dutch Metal Battle te winnen. Is prijken als een support-act in onze favoriete metalkroeg dan niet te min voor de mannen die, gehuld in zwart, wit en rood, de show stelen door vooral heel charmant en uit de hoogte het publiek te benaderen? Welnee. De act mag dan vermakelijk zijn en de metal wreed, tot een onvermoeibare climax komen in een opeenvolging van net iets te voorspelbare refreintjes en pretentieuze meezingmetal is nogal een opgave.

Aan de aankleding van het ‘metalcore-meets-punk’-showtje zal het niet liggen. De heren zijn modern gekleed, kleurrijk ogend en dragen – geheel toepasselijk op het festivalseizoen – vlotte hemdjes met grote teksten, waaronder “The New Dark Age”. Helaas, voor die nieuwe, wat meer indrukwekkende generatie metalcore moet je vanavond toch écht bij de hoofdact zijn.

Uiteindelijk is het vooral frontman David Evers die opvallend hard zijn best doet. Hij wil zich, ondanks de plompe pogingen met het publiek te communiceren, graag boven het publiek verheffen. Wankelend op het randje van het podium kijkt hij op de menigte neer, springt vervolgens het publiek in en jawel – “We don’t know where we are” klinkt nu bevestigend door de zaal. Is het Rise A Thousand dan toch gelukt een pril feestje te doen opborrelen in het hart van de kritische metalliefhebber? Ongetwijfeld, een enkeling pakt Davids hand waarderend vast of schreeuwt hem vrolijk toe. Toch blijft het vijfkoppige metal-meets-boybandje – en dan met name de frontman - zich verschuilen achter een agressieve taal die voor merendeel van het Devilpubliek onverstaanbaar blijkt. David kan met zijn handen gebaren wat hij wil, vol bezieling en passie het publiek toezingen, maar een definitieve klik blijft uit.

Strangers Among Bears

Wanneer je de muzikanten van Strangers Among Bears een podium ziet vullen met een flinke portie rock en hevige hardcore, zal je meteen duidelijk zijn dat dit een eigenaardig bandje is. In plaats van – zoals het voorprogramma – wat droge stereotypen tot een echt wel strakke set te kneden, weten de Tilburgers zich in topvorm te presenteren zonder die rauwe, eigen identiteit te verliezen.

De zaal lijkt voller, maar het kan ook gewoon komen doordat de mensen die net aarzelend de wandkunst bekeken nu uit de schaduw zijn opgedoemd. Je zou kunnen zeggen dat deze frontman – de naam is Jeremy – zich op een veilige afstand op zijn plicht tot interactievorming beroept, maar niets is minder waar. Het publiek legt bij aanvang een soort verbintenis af met de metalmannen, om die tussentijds alleen maar te versterken. De aandacht verliezen is simpelweg geen optie bij een EP-release waarbij nummers als ‘Franse Kaas’ en ‘Chinees At Je Hond Op’ gepresenteerd worden als bloedserieuze metal. ‘De vreemdelingen tussen de rest’, zo verklaart de band zelf hun naam, die trouwens gebasseerd is op het gelijknamige TV-programma. Dat moge duidelijk zijn.

De zanger imponeert met zijn humoristische inslag en natuurlijke uitstraling, maar het is toch gitarist Robin die regelmatig het middelpunt vormt. Dreads, een roodkleurig instrument en een bescheiden, eigenaardige manier van spelen: deze man gaat zo op in zijn muzikale roes, dat hij lijkt te vergeten waar hij is. Houden we van, die pure, ongekunstelde charme.

Met ijzersterke riffs en een letterlijk oorverdovende sound – oordopjes vergeten? You’re fucked - zet Strangers Among Bears een bewonderenswaardig stukje metal neer. De In Flames-invloeden sijpelen zachtjes door de muziek heen, en hoewel de zang niet altijd zuiver is verzorgen de heren een wrede set waar weinig op aan te merken is. De mannen van Strangers Among Bears zijn duidelijk niet van gisteren, voegen een uiteenlopende muzikale voorgeschiedenis samen en mogen - wat ons betreft - dat bestaan nog wel even voortzetten.