Marius Neset Quartet oogst staande ovatie op tweede editie 'Over The Edge'

Noorse saxofonist spreidt grote veelzijdigheid en flexibiliteit tentoon op Paradoxpodium

Wouter de Waal ,

Hij mag dan amper dertig jaar oud zijn, Marius Neset heeft al een indrukwekkend aantal platen onder de riem, zowel onder eigen naam als in samenwerking met een keur aan andere muzikanten. Deze vrijdag stelde de blonde Noor zijn nieuwste werk 'Pinball' voor aan een goedgevuld Paradox, dat kon genieten van een tweetal avontuurlijke, maar ook opvallend toegankelijke sets tijdens de tweede editie van de in samenwerking met Incubate georganiseerde concertreeks 'Over The Edge'.

Een improviserend muzikant die dubbelt op tenor- en sopraansax en een bassist, pianist en drummer meeneemt om zijn werk te vertolken: op papier zou het wellicht een tikje kunnen herinneren aan het onovertroffen 'Classic Quartet' van blaasgigant John Coltrane. Zodra dit viertal inzet, is het echter meteen duidelijk dat dit bepaald geen nostalgisch georiënteerd avondje gaat worden. Het stempel dat hedendaagse pop en rock op Neset en zijn al even jeugdige collegae heeft gedrukt, is namelijk onuitwisbaar – de composities die het publiek vanavond voorgeschoteld krijgt, getuigen daar voortdurend van. Daarmee spreekt dit kwartet de luisteraar heel gemakkelijk aan, ook als men de vleugels uitslaat tijdens eigenzinnige solovluchten. Het blijft immers een jazzcombo dat hier op de planken staat... en niet het eerste het beste, zoals alle betrokkenen gedurende twee aanzienlijke sets ten overvloede demonstreren.

Zo is de ritmische benadering van nummers vaak verrassend, wat soms nog geaccentueerd wordt door flamencoachtig handgeklap of toonloos, zuiver op frasering geconcentreerd saxofoonwerk. Bovenal is de grote muzikale reikwijdte van deze groep en de souplesse waarmee men tussen idiomen schakelt echter opmerkelijk: bij het ene stuk lijkt er nog helemaal geen vuiltje aan de lucht, bij het volgende zie je een ontketende saxofonist heftig op en neer bewegend enorme notenstromen produceren. Uiteindelijk presteert de groep het zelfs om een rustige ballade via een uitgebreid onbegeleid blaasstuk spontaan te transformeren tot een totaal anders gekleurde, uitgelaten finale. Vervolgens rest nog slechts toegift 'Birds' om het inmiddels van de stoelen opgeveerde publiek een laatste maal te animeren, waarna het al snel een drukte van belang is bij de merchandise stand. Mooi om te zien, zoals het ook mooi is om tenslotte al prutsende bij de fietsen buiten van de twee jongste bezoekers van dit concert te horen: “Waren jullie ook bij Marius? Was vet hè!” Gewoon eens op een popfestival neerzetten, dit kwartet – het zou zomaar een doorslaand succes kunnen zijn.