Eerste editie Peccadillo begint bescheiden, maar heeft snoeihard einde

Zelfs bij Ziggy Splynt blijft het rustig, zou het publiek overdonderd zijn?

Manoek Lambregts ,

De eerste editie van Peccadillo is op 19 januari van start gegaan met Ziggy Splynt, The Super Soakers en MikeyLow in Cul de Sac. De opkomst was bescheiden en moest overduidelijk nog wakker worden, maar deze drie bands hebben hoe dan ook lekkere herrie geschopt op deze rustige donderdagavond.

MikeyLow mag het gezelschap opwarmen. Dat gaat moeizaam, desondanks de decibellen die ze produceren. De kroeg is magertjes gevuld en de aanwezigen blijven op flinke afstand van het podium. Ze zitten op een kruk of op de trap en knikken hooguit voorzichtig mee. Vocalist Mikey Low merkt het op en vraagt meerdere malen aan het gezelschap om naar voren te komen. “Ik zal minder spugen,” belooft hij. Dat het publiek niet energiek is, zit Low niet in de weg. Hij blijft bedankjes uitdelen en springen op het podium. Halverwege de set zet de band een nummer over de bullshit van sociale media in - een moderne punkuitstorting. Het nummer heeft een agressief intro en zodra Low zijn stem inzet verschijnt een gevoel van trots op zijn gezicht. Zijn mondhoeken hoeken speels naar boven en zijn ogen lachen mee. MikeyLow speelt ook nummers over politiek en zeuren, zoals bijna elk punkbandje daar iets mee doet. De instrumentale en vocale aspecten zitten goed, maar een uniek ingrediënt mist. Het is gewoon een punkbandje dat zijn zaken op orde heeft.

Hierna is het aan The Super Soakers om de Cul tot leven te brengen. Het is nog steeds geen volle bak, maar al meerdere muziekliefhebbers hebben zich naar voren geschoven. De eerste nummers zijn swingend, klinken vrolijk en hebben invloeden van Arctic Monkeys. Hoe later op de avond, hoe rauwer de nummers worden en meer ze trekken naar garagerock. Het mooiste is als de zanger in de microfoon schreeuwt, z’n benen bij elkaar getrokken heeft alsof hij moet plassen, de zweetdruppels uit zijn poriën poppen en de aderen door zijn huid drukken. The Super Soakers zijn niet van het praten en lijken serieus, maar de heren hebben verschillende nummers nog geen naam gegeven. Het nummer ‘Spekblokje’ wordt bijvoorbeeld ingezet. Tsja, wat moet je dan verwachten? Hoewel elke noot die de zaal binnenkomt dansbaar is, heeft het publiek nog steeds een zitbips. Ontzettend zonde, want tijdens dit optreden kan het los gaan.

Ziggy Splynt is andere koek. Het geluid dat uit de versterkers komt is vergelijkbaar met een mes dat een boom door moet zagen: grof geweld, met een scherp randje en met een heleboel kracht. Op het zware geschut van de basis ligt een melodische, hoge toon waar een psychedelisch aspect in naar voren komt. Voor het drumstel staat een stroboscoop die op volle toeren knippert wat een mysterieus, impressief en enigszins epilepsietriggerend effect heeft. De energie en kracht die dit drietal op het podium naar buiten afvuurt is verwonderlijk. De sfeer die het stemgeluid van Bart Huskes bij hoge noten wegzet, is vergelijkbaar met dat aansprekende gevoel als Matthew Bellamy van Muse uithaalt. Het publiek gaat ook bij Ziggy Splynt fysiek niet uit hun plaat, maar de show op zich is al een plaatje om te zien. Soms moet je iets op je af laten komen en puur genieten van wat er gebeurt, om zo niks te missen.