Beans & Fatback - Vette Muziek

Deventer even R&B hoofdstad voor één avond door zeven man powerhouse band

Tekst: Susan Stiletti ,

De band staat als een huis. Hun muziek pakt het publiek bij de lurven en laat ze niet meer los. Dit Nederlands juweeltje in de muziek scene vraagt erom gekoesterd te worden. Hun muzikale bereik is bijna ongekend en neemt de toeschouwer mee terug naar de vijftig/zestiger jaren: dat gouden tijdperk waar veel fans naar verlangen en die godzijdank een comeback aan het maken is.

Beans & Fatback treedt vrijdagavond voor de tweede keer in het Burgerweeshuis op. De eerste keer waren er slechts vier toeschouwers in de zaal, grapt voorman Onno Smit. Drie jaar na dato is het enthousiaste publiek een man of 120 sterk. De band is momenteel aan het toeren om hun nieuwe album With Skin Attached te promoten. En dat gaat ze goed af, gezien de lovende recensies.

Hun muziek laat zich niet beperken tot slechts één genre. Zo is rock-‘n-roll (Johnny Be Goode kwaliteit qua gitaarspel) te horen in de nummers Use Me en Hooks In Me. Tijdens Hooks In Me speelt gitarist Paul Willemsen een minutenlange solo die de zaal bijna in trance brengt. Beggin en What’s a Man to Do zijn ware R&B/soul platen met zwoele lyrics en zang. Het blues nummer Hips is ook een favoriet, compleet met geile teksten: “Dim the lights and lift your skirt…let it all hang out.”

Alle bandleden zijn stuk voor stuk goede musici en ze spelen feilloos op elkaar in, een ware uitdaging aangezien hun nummers veel wisselende tempo’s bevatten. Extra applaus was dan ook gereserveerd voor de back-up gitarist. Het enige wat als muziekkenner opviel was: hoezo geen harmonica? Of wordt het dan soms te honkeytonk?

Benieuwd waar de naam Beans & Fatback vandaan komt? De titel is een verwijzing naar de twee hoofdstijlen die op hun 2009 debuut album voorkomen: Beans (country) en Fatback (soul). En het schijnt dat voorman Onno Smit een tweede passie heeft, namelijk de Southern style keuken. In dat geval: geef mij maar een tweede portie!

Deze nuchtere Hollandse jongens kunnen met trots het podium delen met grote Amerikaanse artiesten want je merkt nauwelijks het verschil. Het grootste compliment dat ik - zelf Amerikaanse roots hebbende - kan bedenken!