Cd recensie: The New J. Frank Parnell Experience

VIVA -MEX!, eigen beheer

Tekst: Ruben Eijsink ,

"What you hear is what you get and what we get is what we like". VIVA-MEX! biedt lompe rock met niet voor iedereen zichtbare subtiele nuances.

VIVA -MEX!, eigen beheer

Wie is J. Frank Parnell? Het is een personage uit de film Repo Man, die schijnbaar een grote bron van inspiratie is geweest voor deze band uit Enschede. De leden gaan allen door het leven als J. Frank Parnell. Wat weleens voor verwarring wil zorgen bij foto onderschriften en credits.

Het schijfje begint met een, even simpel als doeltreffend, philicordia deuntje dat zich niet snel uit je hoofd zal laten verdringen. Vervolgens komt er een ‘Bo Diddely gitaarslag’, groovy drums en een opmerkelijk clean basgeluid overheen. De stem van zanger J. Frank Parnell is lekker lomp rauw en heeft een aandoenlijk Nederlands accent. Het switchen tussen de Engelse en Nederlandse taal zou vervelend kunnen werken, maar dat is niet het geval. Openingsnummer 'Gonna Be A Wanna Be' zet de toon voor een verrassend veelzijdig, zes nummer tellende EP.

Het daarop volgende 'Sunshine' doet er een flinke schep bovenop, waar het vijftal behoorlijk de vaart erin gooit. Fijn voor drummer Ottoboy dat hij hier lekker loos kan gaan zonder de ‘last’ van z’n Telecaster op zijn schoot.
In 'The Choirboys' laten de vuige garagerockers horen dat ze ook prima uit de voeten kunnen met een lagere bpm. Ze weten zelfs op het sentiment in te spelen door middel van een hartverscheurend refrein. Na dit droevige/melodramatische nummer, een metaforische tankstop, is het ‘pedal to the metal’ naar de eindstreep.

De laatste nummers beuken er flink op los met galopperende drums en gierende gitaren (erg fijn gitaargeluid trouwens). Hierbij gaat het niet om lyrische hoogstandjes van Frank, maar wordt er gewoon lekker vuig gerockt met instrumenten en versterkers die goed op elkaar zijn afgesteld. Nu ronkt de motor pas echt lekker. Dit is The J. Frank Parnell op z’n best. Dit zal dan ook live het beste uit de verf komen. Zonder iets af te doen aan de rustigere nummers.

Het beste kun je deze EP luisteren in een Chevy Malibu, cruisend door New Mexico, onder de brandende zon en koude sixpack bij de hand. Aangezien niet iedereen daar geld voor heeft, werkt het waarschijnlijk ook op de Twentse wegen.
Voor de verandering niet wéér een jong en nieuw aanstekelijk indiebandje met 17/18 jarige snotapen, maar een oud en vies garagepunk kwintet. Dat niet alleen lomp kan rocken, maar ook veel (verkapte) subtiele nuances heeft verwerkt in de zes nummers die voorzien zijn van een adequate productie. "What you hear is what you get and what we get is what we like." Laat die langspeler maar komen.