Boris is het heilige boontje van de soul

Idols-winnaar levert met ’The Holy Pleasure’ sterke vervolgplaat af

Pierre Oitmann, ,

Vanaf wanneer kunnen serieuze muziekliefhebbers zangers en zangeressen uit talentenjachten serieus gaan nemen? Het antwoord is wellicht: 'wanneer zij gaan samenwerken met Menno Timmerman'. Als A&R-man had hij een dikke vinger in de pap bij Ilse DeLange, Relax en de laatste plaat van Krezip. Ook met 'Holy Pleasure', het tweede album van Boris, weet Timmerman een evenwichtige en sterke popplaat neer te zetten. En voor het eerst klinkt Boris ook alsof hij écht weet wat soul is.

Idols-winnaar levert met ’The Holy Pleasure’ sterke vervolgplaat af

Als je bekend bent geworden door een televisietalentenjacht, dan eindig je negen van de tien keer aan de verkeerde kant van de 'credibility-lijn'. De enige uitzondering, die echt van dat pad is afgeweken, is Roger van Intwine. Maar ook Boris Titulaer doet een poging om serieus genomen te worden met zijn muziek. De winnaar van 'Idols' uit 2004 maakte een foute start met zijn wanstaltige debuutsingle 'When You Think Of Me', een countrypopliedje met saaie productie van Fluitsma & Van Tijn. Boris ruilde A&R-manager Henkjan Smits na zijn debuutalbum, 'Rely On Me', in voor Menno Timmerman, die in het verleden goede zaken heeft gedaan met onder andere Krezip en Ilse DeLange. En daar is ineens het tweede album van de Venlose zanger, 'Holy Pleasure'. De fantastische single 'Within My Hands' opent het album. De oorspronkelijke titel van dit nummer is overigens 'This Is My Time'. Onder die titel bracht de Britse soulsensatie Terri Walker het eerder in 2006 al uit. Producer Jos Jorgensen, tevens coauteur van het nummer, gaf het vervolgens aan Boris. Een beetje hetzelfde verhaal dus als met 'Torn' van Natalie Imbruglia, dat oorspronkelijk op plaat werd gezet door Ednaswap met producer en coauteur Phil Thornalley (ex-The Cure, ex-Johnny Hates Jazz). Het vaak gesamplede soulnummer 'Adventures In The World Of Music', van de studioformatie Dynasty, vormt de basis van 'Within My Hands'. En hoewel 'Within My Hands' veruit het beste nummer op het tweede album van Boris is, is dat nog geen reden om het schijfje daarna meteen uit de cd-speler te bonjouren. Het tweede nummer, 'Joyride' (geen cover van Roxette, goddank), is een heel erg lekker liedje. De plezierige jaren '80-soulvibe en de uitgekiende achtergrondkoortjes maken dit nummer tot één van de topstukken van de plaat. Absoluut een single voor wanneer de buitentemperatuur weer omhoog gaat. Het nummer 'Those Things You Do' hangt in tussen funk, pop en r&b, maar is niet bepaald spannend te noemen. Het refreintje is erg saai en de productie is, in tegenstelling tot de eerste twee tracks, erg 'Nederlands'. Een stuk beter is 'Getting Started'. De drumcomputer, die redelijk overheerst in de eerste helft van het nummer, klinkt erg 'oldschool'. Maar dat was ongetwijfeld de bedoeling. Vooral de laatste veertig seconden van het nummer zijn verfrissend. De lijzige r&b-track 'Wondering' kabbelt rustig voort, met als meest noemenswaardige punt een saxofoonsolo aan het eind van het nummer. Op 'Definitely Maybe' (nee, geen verwijzing naar Oasis) brengt Boris latin-soul, wellicht geïnspireerd door het succes van Sergio Mendez afgelopen zomer. We hadden gedacht dat Boris na zijn eerste album zijn Prince- en Justin Timberlake-imitaties achter zich had gelaten. De beat waar 'Hold Me Now' mee begint herkennen we echter nog uit de single 'Rock Your Body', van de laatstgenoemde zanger. Maar dat is dan ook het enige. Het blijkt verder een vrij matig popliedje. De soulballad 'Beautiful Day' is geen bijzondere track op het album, maar 'Girl' is wel weer een fijn liedje. Het doet sterk denken aan 'Brick House' van The Commodores, al is de baslijn uit dat nummer nog veel vetter dan wat we hier horen. De productie had sowieso wel wat vetter gemogen op deze track. Het is wat netjes allemaal. Zelfs de rap van Jay Colin brengt daar geen verandering in. He titelnummer, 'Holy Pleasure', is een wat onwaarschijnlijke single op het eerste gehoor, want het is niet het sterkste nummer op de plaat. De Dr. Dre-achtige productie komt het nummer niet ten goede. Ook aan de aankomende feestdagen is gedacht met de mierzoete ballade 'Stupid Things', origineel van Thicke (bekend van de hit 'When I Get You Alone'). Het nummer 'Keep In Touch' had geschreven kunnen zijn door Craig David, maar niets is minder waar. Een aardig popliedje dat niet zou misstaan op de playlist van Sky Radio. De twee laatste nummers op het album, 'Break Free' en 'Waiting', zijn geen hoogvliegers, ondanks lichte muzikale verwijzingen naar Stevie Wonder. Boris werkt op 'Holy Pleasure' met een hele reeks producers die vooral hun sporen hebben verdiend met pop- en r&b-artiesten. Namelijk Jos Jorgensen (Lemar, Blazin' Squad, Terri Walker), Antoon 'Dutchflower' Tolsma (Candy Dulfer, RMX Crew, Party Squad, Gio), Llewy Is Sel en Bart 'Burdell' Possimus van Relax, Sam Frank en Paul Simm (Sugababes, Amy Winehouse, Neneh Cherry) en Blair MacKichan (Lily Allen, Will Young, Sia). Ondanks de diverse productieteams klinkt het album als één solide geheel, dat heel duidelijk richting aangeeft. Onder leiding van Menno Timmerman weet Boris een hele aardige plaat af te leveren met een paar echt sterke nummers. Hulde daarvoor. Toch klinkt Joss Stone nog steeds 'zwarter' dan onze Boris. Maar zij werkte dan ook met Betty Wright. Qua sound zweeft 'Holy Pleasure' in tussen r&b uit begin jaren '90 en jaren '80-soul en swingbeat. Maar dan vooral de 'blanke' variant, van artiesten als Hall & Oates, Dan Hartman en Michael McDonald. Die zeker geen vervelende muziek hebben gemaakt. Het resultaat is desalniettemin verrassend. Boris, eindelijk doe je wat je altijd al belooft hebt: "Keep the soul alive!".