Remco Jacobs brengt tweede album 'Upon the Wind' uit

Een gesprek over liefde, kosmisch bewustzijn en de blues van Schubert

Eric Veltink ,

3voor12 Gelderland spreekt Remco Jacobs (26) aan huis in een benedenwoning in het Sonsbeekkwartier op vrijdag 8 januari en een paar dagen later in Café De Voortuin in Utrecht. Nadat de koperen deurbel heeft geklingeld en de deur is geopend stapt Remco binnen. Hij oogt fris en relaxed in zijn witte Noorse trui en groen wollen winterjas. Later die vrijdag presenteerde hij zijn tweede soloplaat ‘Upon the Wind’ in Stadstuin Kweekland in Sonsbeek Noord. Wanneer de jas is opgehangen, de thee ingeschonken en kort is bijgepraat steken we van wal.

Remco, wanneer ik de titel van je nieuwe plaat lees en naar het openingsnummer ‘Birds’ luister, is mijn eerste vraag: kan het zijn dat je volslagen verliefd bent?

Er verschijnt een grote glimlach op Remco’s gezicht en hij antwoordt bevestigend: “Ja, jazeker! Met mijn vriendin Guusje heb ik sinds maart een relatie en dat is een hele fijne liefde!”

En dat heeft grote invloed gehad op het gevoel en de teksten van deze plaat?

“Een deel van de nummers heb ik geschreven in de periode nadat we net een relatie kregen. Een voorbeeld hiervan is het nummer 'Vlieland'. De zee, de desolate plek, het samenzijn, voelen alsof je je in een droom begeeft door de verliefdheid; het zijn allemaal elementen die enorm inspireren. Sommige momenten, vaak kleine dingetjes, zoals het staren naar de zee, alleen zijn op het strand, lichtgevende bootjes en wandelen in de donkerte… Ik was heel ontvankelijk voor wat het met me deed en wat ik voelde. Dat alles vertaalt zich dan vervolgens eenvoudig naar liedjes.”

Wat zijn andere belangrijke thema’s op het nieuwe album?

"Op deze plaat heb ik veel uitgezoomd, hij is op punten vrij abstract. Ik heb geprobeerd om tot een gevoel te komen van tijd en ruimte en mijn eigen plek daarin. Een soort kosmisch besef. Wanneer je boven de aarde zweeft, gebeurt alles tegelijkertijd, terwijl als je in je kamer zit en bijvoorbeeld de bus moet halen, je het idee hebt dat je juist helemaal in je eigen wereldje zit. Je kunt dan even moeilijk bevatten dat de hele wereld beweegt en dat je er onderdeel van bent. Tijd kan langzaam gaan of snel, ruimtes kunnen klein zijn of enorm, het bestaat tegelijkertijd. Ik wil die grootsheid van de aarde, dat kosmische voelen. Dat betekent niet dat ik het onder woorden wil brengen, als ik het maar ervaar en op een abstracte manier in mijn muziek kan verwerken.”

Hoe lang is het precies geleden dat je debuutplaat uitkwam?

“Dat was in december 2014, maar hij was in 2013 al opgenomen. Mede door mijn drukke studie heeft het even geduurd voordat het uitkwam.” Remco vervolgt enigszins geïrriteerd: “Ik heb me niet volledig kunnen storten op het uitbrengen van die plaat. Het duurde meer dan een jaar en daar baalde ik enorm van!”

Hoe is het proces van opname tot release deze keer verlopen?

"Na de ervaringen van de debuutplaat is het deze keer extreem snel gegaan. Eind oktober hebben we ‘m opgenomen en begin december had ik de cd’s al thuis liggen! Dennis Spee (productie), Viktor Remme (techniek) en ik hebben een weekje in een vakantiehuisje in de Reeuwijkse Plassen gezeten. Daar hebben we een thuisstudio ingericht. Die plek daar aan het water was heel fijn; werken, wandelen, werken, roeien… Het was echt een enorm fijn opnameproces."

"De meeste nummers waren al af, slechts hier en daar is er nog iets gewijzigd. Zo is er bij 'Indian Song’ een baspartij toegevoegd. Verder had ik alles goed in mijn hoofd en hebben we de plaat van nummer één tot en met acht vrijwel chronologisch opgenomen.” Dan, met een grote glimlach: “En ja, na vijf dagen stond het erop!”

Hoe zou je de ‘Upon The Wind’ omschrijven, wat straalt de plaat uit?

“Het is een heel rustige plaat geworden. De eerste plaat was een mix van oud en nieuw werk, ook een combinatie van oude blues met barokinvloeden. Dit album is helemaal nieuw en is in een jaar tijd geschreven. De plaat is ook coherenter en beschouwender dan de vorige. Hij is geschreven vanuit dezelfde gedachte en inspiratie, zoals verbondenheid en bewustwording van mijn plek in de natuur en op de wereld.”

Welke muzikale weg heb je bewandeld van je eerste muzikale herinnering tot het afstuderen aan het Utrechts Conservatorium?

“Ik ben al heel jong in aanraking gekomen met muziek. Mijn moeder is musicus en mijn oma vertelde me dat ik als kind in de luiers al enorm gespitst was op muziek. Op mijn vijfde begon ik te spelen op de piano van opa en oma. Vrij snel daarna kreeg ik ook les. Thuis is er altijd veel muziek geweest en voor het slapen danste ik graag op klassieke stukken. Muziek maken werd thuis flink gestimuleerd.”

“Na mijn tiende heb ik een jaar of vier klarinet gespeeld. Ik oefende terwijl mijn vrienden voor ons huis aan het skateboarden waren. Door het skateboarden heb ik onder meer Wiebe Buursink (Deaf Charley, red.) ontmoet. Hij speelde toen al gitaar. Later heb ik ook Bram Derksen (Achterdochtig e.a., red), Jelle Haagsma (Jellephant & the Phantoms, red.) en andere muzikanten ontmoet. Vanaf mijn zestiende ben ik gitaar gaan spelen en ben ik klassieke gitaarlessen gaan volgen. Daar leerde ik het tokkelen wat ik nu nog steeds doe. Van Wiebe leerde ik akkoorden zodat ik ook liedjes kon spelen."

"Ik was en ben nog steeds weg van de jaren 60, vooral van Dylan en The Doors. Ik kwam erachter dat zij juist weer beïnvloed waren door de bluesmuziek uit de jaren twintig tot en met de jaren vijftig. Met name de finger-picking technieken van artiesten zoals Mississippi John Hurt, Blind Willie McTell en Robert Johnson. Daar ben ik me in gaan verdiepen en zo kwam dat klassieke tokkelen ook weer mooi van pas."

Remco pakt een klein memoboekje van de tafel met de opdruk van een cassettebandje en de tekst ‘Love Songs’. “Vanaf mijn vijftiende maak ik al liedjes en zo is het bij mij ook begonnen: een liefdesliedje. De titel? ‘I Wrote A Song For You’."

Rond zijn twintigste had Remco al het gevoel dat hij naar het conservatorium moest om meer kennis te krijgen van muziek en zo zijn ideeën sterker en verfijnder vorm te kunnen geven. Conservatoria zijn echter vooral gericht op ofwel klassiek ofwel pop en jazz, terwijl hij daar tussenin balanceert. Hij heeft een tijdje op de drempel gestaan om een goede keuze te kunnen maken maar wist dat hij niet slechts één van de vastomlijnde routes wilde volgen. Op dat moment werd Remco getipt over de opleiding Musician 3.0 aan het Utrechts Conservatorium.

Remco vervolgt: "Daar kom je met je eigen werk binnen als ‘maker’, als componist, instrumentalist en liedjesschrijver. En (lachend) in mijn geval als aspirant kunstenaar. In mijn eerste jaar kwam ik in contact met barokmuziek, dat vond ik enorm interessant. Daarnaast heb ik als een spons alles opgezogen, van muziektheorie tot klassieke scholing en wat er maar te vinden was. Ik ging op zoek naar verbindingen. Komend vanuit de blues ging ik bijvoorbeeld op zoek naar klassieke componisten die vooruit liepen op de latere blues. Dan ontdekte ik dat Liszt en vooral Schubert eigenlijk blueselementen in hun werk hadden zitten. Zo hoorde ik in pianopartijen van Schubert (Drei Klavierstücke opus D.946) bijvoorbeeld van die typische wendingen die je ook in de blues van de jaren ’30 aantreft."

"Dat aanboren van een diepere laag en het verbonden voelen met zowel de oude blues als het instrumentele werk van Schubert was opwindend, te gek! Die verbondenheid met Schubert stelde me in staat om zijn ‘klankwereld’, zoals bepaalde progressies, te vertalen naar nieuwe ideeën voor mijn eigen muziek. Mijn ontdekkingen in de klassieke muziek en de barok komen duidelijk terug in mijn eigen werk.”

De avond van ons eerste gesprek vond de release van het album plaats, hoe kijk je hier op terug?

“Ja, dat was heel fijn! Kweekland is een heel intieme en persoonlijke plek en ik voelde een sterke verbondenheid met het publiek, helemaal in lijn met de plaat. Het is ook een sferische en sprookjesachtige plek, die verlichte kas daar ‘s avonds op het heuveltje tegenover Sonsbeek. Je hebt het idee ver weg te zijn van de bewoonde wereld ergens in de natuur. Ja, het was een heel mooie avond.”

Wat kun je zeggen over de rustige cadans, het kalme water waarin de plaat zich lijkt te begeven?

Remco knikt instemmend: “Ja, er zitten geen grote pieken en dalen in, geen enorme dynamiek, maar dit is hoe deze liedjes bij elkaar voor mijzelf een geheel vormden. Van reacties van buitenaf kan ik soms onzeker worden, zoals afgelopen weekend, wanneer mensen al vragen naar mijn derde plaat en of die dan wat rauwer wordt. ‘Wat is er mis met deze nieuwe plaat!?’ vraag ik mezelf dan af. Die onzekerheid was van korte duur omdat ik vooral veel goede reacties krijg van mensen die de cd hebben beluisterd. Het is een album waar ik erg trots op ben.” Dan grinnikend: “En ach, wie weet ga ik bij plaat nummer 3 wel volledig los! Dat hangt af van wat me tegen die tijd inspireert”

Op de hoes van de cd zie ik een vage schim, wat zie ik eigenlijk?

“Wat je ziet zijn twee bergkammen in de mist. De foto’s zijn genomen door Daan Muller. Aanvankelijk wilde ik de plaat in de bergen opnemen, maar dat bleek een heel utopisch idee. Ik ben met Guusje, Daan, producer Dennis Spee en goede vriend Chris Kalkman (o.a. gitaar in Jellephant & the Phantoms) naar de Italiaanse Alpen geweest. Daar heeft Daan dus die foto gemaakt. In de Alpen kwam ik er achter dat twee wensen zich in mijn hoofd hadden gevormd tot één wens; wandelen in de bergen en een nieuwe plaat opnemen. Uiteindelijk zijn die twee in het artwork van de hoes toch bij elkaar gekomen.”

Wat is de relatie van die bergen met de plaat?

“Je hebt daar enorme uitzichten. Die weidsheid en dat gevoel is heel erg verbonden met de klanken die ik voor deze plaat in mijn hoofd had. Het heeft iets elementairs. Vanuit dat besef wilde ik muziek maken.”

Waar kunnen we je de komende tijd zien?

“Dat weet ik nog niet precies. In de week van de release speel ik in Arnhem, Utrecht, Groningen en Wageningen. Vanaf daar is het afwachten waar de plaat me naartoe brengt’.”