#zc14 Ruig-'n-roll route vrijdag 25 juli 2014

Niet voor watjes

Tekst: Rik de Winter, Harold Broedelet, Anne Berentsen | Foto's: Bernard Bodt, John Boerdam, Rob Rutgers ,

Ruig, vuig, huig....Tja, rijmen en dichten zonder uw hemd op te lichten. Echter zijn alleen de eerste twee woorden van toepassing op deze route. Houd je van hard en heavy? En schuw jij een flinke gitaarsolo of vocale uithaal niet, dan zit je bij deze route helemaal goed. Vooral op het hoofdpodium en op het nieuwe podium Roadhouse loop je tegen een dosis gitaargeweld aan. Hier lees je meer over alle muzikale stromingen die niet bang zijn voor een paar decibellen.

In Roadhouse wordt de dag gestart door Mozes and the Firstborn. Bij het allereerste nummer breekt frontman Melle Dielesen een snaar. Een veelbelovend begin. Er wordt snel doorgespeeld op een andere gitaar. De nummers worden in rap tempo achter elkaar op het publiek afgevuurd, als een soort medley. Geen tijd voor applaus en geen tijd voor publieksparticipatie. Bij het derde nummer staart de zanger kurt-cobainesk het publiek in en faket een epileptische aanval. De fanatieke drummer Raven Aartsen houdt zijn lange blonde haar continue vloeiend in beweging en voorziet de nummers van een rake tweede stem. De eerste gitarist Ernst-Jan van Doorn is een ware rockgod. Het is een voorovergebogen woesteling, met een toepasselijk lage microfoon, waarin alleen in gebukte houding kan worden gezongen. De dorst wint van zijn materieel, met een hoge pieptoon als gevolg. Zodra er ruimte voor is, wordt er in de volle Roadhouse enthousiast geapplaudisseerd, en neemt Melle de tijd voor de overduidelijk retorische vraag: “Alles goed? Alles goed, of niet?” Er is net genoeg tijd om de band eventjes een totale make-over te geven. De drummer speelt nu gitaar en vice versa. Het nummer dat volgt is zowaar een lief liedje met een compleet andere energie dan al het voorgaande, en toch ook weer heel erg lekker. Maar de schizofrene wisseltruc is van korte duur, en de band holt weer verder. De hoogmoedige tekst “I got skills to make it through your door” van het ene nummer contrasteert grappig met “Too drunk to cum” van het andere. Het publiek vindt de garagegrunge van de band fantastisch. Een krankzinnig optreden.

Met het maximale aantal decibellen blijven we nog gezellig in Roadhouse staan. Het herhalen van een riff en schreeuwen, dat kunnen er meer, maar Automatic Sam doet het op een bewogen manier. Soms is een riff trouwens niet meer dan het ritmisch aanslaan van één specifieke noot. De methode blijkt effectief; het publiek juicht en springt. Automatic Sam is een sociaal experiment naar de houdbaarheid van herhaling. Hoe lang kunnen we deze noot nog spelen voordat het verveelt? De precieze hoeveelheid is gevonden, want ze houden de aandacht van het publiek stevig in de klauwen. Het motto van de Roadhouse is dat bij meer dan drie akkoorden je been eraf wordt gehakt. Automatic Sam loopt geen risico. Muziek mag kennelijk simpel zijn, zolang je maar een ontzettend bekwame drummer hebt. Automatic Sam leent nog altijd de drummer van De Staat, Tim van Delft, dus dat zit wel snor. Er wordt een enigmatische gitarist het podium opgeroepen. Wat verandert er? Nu zijn er nog meer gitaristen op het podium en daarmee is alles gezegd. Na twee nummers vertrekt hij weer. Uiteindelijk blijkt de gitarist Robin van Saasse te zijn, verantwoordelijk voor one-man-band Robbing Banks, die later op hetzelfde podium in de Roadhouse zal spelen. Automatic Sam brengt psychedelische rock-'n-roll met hart en iets te simpele ziel. Neemt allemaal niet weg dat het een vet optreden is. Het publiek geniet zichtbaar.

Na een stevig optreden van Automatic Sam blazen we verder met Navarone. Ruig-‘n-roll is wat we in deze ‘barn’ kunnen verwachten. De vintage rockers doen die reputatie eer aan. Met het nummer Time overdondert de groep het publiek. Lekker vuig en ruig. Gelukkig heeft Tante Rikie naar verluidt alles goed vastgelijmd en vastgeniet. Dat is nodig ook. Boven het podium staat op een bord ‘Hard goan’ geschreven. En hard gaat Navarone. Hoewel de show degelijk en strak is, spat de energie ervan af. De songs van het recente album Vim And Vigor worden gespeeld met hetzelfde elan als bij de cd-presentatie in mei van dit jaar. Maar ook liedjes als The Red Queen effect, Sage en December komen met donderend geraas binnen. “Vorig jaar stonden jullie in de stromende regen naar ons te luisteren, vandaag hebben jullie een dak boven jullie hoofd. Hebben jullie er zin in?” De toeschouwers bevestigen dat met enthousiasme. 

En van het comfortabele dak boven het hoofd racen we door naar het hoofdpodium waar The Presidents Of The United States Of America beginnen te spelen. Bij de aftrap gaat iedereen uit zijn dak: het publiek, de recensent en alle presidenten van Amerika (drie stuks). De gezellige punkenergie is voelbaar tot in de verste velden van het festivalterrein. De band die hits had met Peaches en Lump, meandert tussen de bekende nummers en nummers van een, zo te horen, veelbelovend nieuw album. Aan de hyperactieve toon van de band is niks veranderd. Voor wie de band nog niet kent: je loopt wat achter, want ze bestaan al sinds 1993. Toch maar een introductie. De driemansband uit Seattle bestaat uit frontman/bassist Chris Ballew met twee snaren, gitarist Andrew McKeag met drie snaren, en drummer Jason Finn. Zo ongeveer alle nummers zijn direct meezingers, dus het publiek heeft absoluut wat bij te dragen. Tijdens een vrolijk nummer met veel “dududududu” roept Chris “now you do the du du du-ing!”. Het publiek hapt gretig toe. Punkrock wordt afgewisseld met strakke rock-'n-roll. Alles wat de band doet is doeltreffend. Er ontstaat een gemoedelijke pit voor het podium. Hoogstwaarschijnlijk de gezelligste pit ooit. De presidenten tonen aan dat ADHD besmettelijk is. 

Terwijl de meeste mensen hun bed al hebben opgezocht, blijft er nog een handjevol over bij de Roadhouse voor The Jon Spencer Blues Explosion. De tweede gitarist lijkt zich te ergeren aan de rumoerige meute, maar dit maken ze in de loop van het optreden goed. Het is dat de band in één rit doorgaat, want het publiek doet z'n best om na elk kort nummer in juichen uit te barsten. Een uur lang vindt er op het podium een ware explosie plaats. Gaandeweg haakt de helft van de toeschouwers af, terwijl de overblijvers manisch rondstuiteren en de zweetdruppels van hun gezichten druipen. Explosies, energie, whisky, dood. En daarmee is deze band een waardige afsluiter van de vrijdag voor deze ruige, vuige route.