Antillectual Americas tour - deel 3

Aankomst in Brazilië: ‘Welcome to the jungle!’

Glen ten Haaf ,

Op dit moment is het Nijmeegse punktrio Antillectual onderweg op hun ‘Tour of the Americas’ door Canada, de Verenigde Staten en inmiddels Brazilië. In dit derde verslag vertelt Bassist Glen over de manieren (en het gebrek daaraan) op de Braziliaanse wegen, dode Formule 1-coureurs, Braziliaanse koffie en meer.

‘Welcome to the jungle!’ Zo werden we door Julio en Sandro onthaald op São Paulo Guarulhos International Airport om 8 uur ’s morgens, na een vlucht van elf uur met de nodige turbulentie. Of de jongens fan zijn van Guns N’ Roses hebben we niet kunnen achterhalen, maar ze doelden in elk geval op het verkeer in de Braziliaanse miljoenenstad: een compleet gekkenhuis! Met om 8 uur ‘s ochtends al 21 graden op de thermometer zou het alleen nog maar warmer gaan worden. In een appartement in São Paulo ontmoeten we Uirá, die onze laatste plaat in Zuid-Amerika heeft uitbracht via Undermusic Records en deze tour geboekt heeft. Als het kwik ‘s nachts naar een wat acceptabeler temperatuur gezakt is, reizen we in twaalf uur per touringcar door naar Florianópolis, om daar de tourbus, chauffeur en apparatuur op te pikken.

 
Hoewel ik zeker zeven van mijn negen levens verloren ben in het eerste halfuur op de weg is het bijna idioot om te zeggen, maar het went: vloeken, richting aangeven met als noodzakelijk extraatje je hand uit het raam steken, of juist helemaal géén richting aangeven, alles afsnijden wat er af te snijden valt en natuurlijk toeteren tot je erbij neervalt, of gewoon toeteren naar vrouwelijk schoon omdat het kan. Dat hier een snelweg is vernoemd naar de in het harnas gestorven Formule 1-coureur Ayrton Senna, wil wel iets zeggen over hoe men hier rijdt. Wie niet weet hoe Senna aan zijn ongelukkige einde kwam dat hier lezen.


Na de eerste twee dagen begeleid te zijn door tourmanager en tolk Uirá, reizen we een aantal dagen alleen met onze chauffeur Nico. Uirá heeft een klus heeft op het WROS Fest, het Braziliaanse Groezrock; een groot festival aan de andere kant van het land, waar bands als Rise Against, A Wilhelm Scream, Strike Anywhere, Anti-Flag, Alkaline Trio en Pennywise spelen. Chauffeur Nico spreekt alleen amper Engels. Ik ben er ondertussen wel achter dat ik echt geen woord Portugees versta, maar het non-verbale en expressieve van de mensen hier maakt wel dat ik situaties redelijk snel begrijp. Met handen en voeten (en af en toe Google Translate) komen we een heel eind, en we pikken ook wel een paar woordjes Portugees op. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat meer mensen hier Engels zouden spreken, maar dat valt dus wat tegen.


Ik denk dat de foto’s die we online zetten boekdelen spreken over hoe mooi het hier is, en we schieten van de ene naar de andere stad om shows te spelen. Wat er wel soms bij inschiet is goed slapen: veel shows beginnen laat (middernacht is geen uitzondering) en we moeten meestal rond 10 uur ’s ochtends uitchecken bij ons hotel. Een wat ongemakkelijke luxe voor een band die meestal bij mensen thuis slaapt. Soms breken die korte nachten je wel op, omdat je lontje iets korter wordt zonder dat je het direct in de gaten hebt. We zitten per slot van rekening bijna 24 uur per dag op elkaars lip.


Wat me erg aanspreekt aan Brazilië is dat alles een stuk losser en opener lijkt dan in Europa of de VS, waar we net vandaan komen. Nico moet regelmatig de weg vragen aan mensen en gooit dan gewoon de bus aan de kant van de weg, spreekt (lees: schreeuwt) iemand aan, maakt een babbeltje en iedereen neemt de tijd om uitleg te geven. Nog even ‘obrigado’ erbij op het einde (dankjewel) en dan weer plankgas wegrijden.

Ik zat er maandag een beetje doorheen in Porto Alegre, maar op het moment dat twee jonge gastjes mij begonnen te vragen hoe we hier terecht waren gekomen en per se Nederlandse woorden van me wilden leren, was ik er meteen bovenop. Ik heb ze alle woorden met een G geprobeerd te leren, want de Hollandse G kunnen ze hier moeilijk uitspreken. Een gorgelende Braziliaan was het gevolg.


De shows die we tot nu toe hebben gehad verlopen best heftig. Omdat er minder internationale bands in Brazilië komen toeren, hebben mensen in eerste instantie een afwachtende houding, maar als er eenmaal gedanst wordt dan breekt het ijs en wordt er gesprongen, gecrowdsurft en geschreeuwd naar ons. Wij verstaan dat dan niet, wat weer mooie situaties oplevert tussen de nummers door. Maar blijkbaar kennen ze ons hier wel, ook al zijn we hier voor het eerst, want er wordt meegezongen en mensen kopen ook oudere albums omdat ze de laatste al hebben.


Overigens houden we ons niet heel strikt aan de gezondheidsvoorschriften van de GGD. Een bepaald bandlid heeft het niet zo op injecties en moest voor deze tour nog doodsangsten uitstaan voor een aantal vaccinaties. Er wordt gezegd dat je moet controleren hoe je voedsel gewassen wordt en dat je ijsblokjes uit je water moet halen, maar dat is in de praktijk moeilijk te doen, en volgens eerdergenoemd bandlid wat overdreven. Ondertussen is nog niemand van ons ziek geworden, dus we doen ergens iets goed. Hoewel we hier bij ieder tankstation gratis koffieshotjes krijgen (echt superkoffie!), heb ik dinsdagochtend met Willem voor het eerst geprobeerd een kop thee te drinken. Het lokale water, met het chloorpercentage van een heel Nederlands wedstrijdbad, verpestte de smaak van de thee echter zodanig dat ik toch maar besloot de thee te laten staan.

En dan nu op naar de laatste week van de tour! We hebben nog een rit van dertien uur voor de boeg, dus dat belooft nog wat. Verder staan er nog twee shows op één dag gepland in São Paulo. Dat levert waarschijnlijk weer voldoende stof op voor een nieuw tourverslag.