Anneke van Giersbergen op de planken met De beer die geen beer was

Geslaagde productie voor zowel kinderen als volwassenen

Tekst: Mike Ligthart / Fotograaf: Eric Veltink ,

Anneke van Giersbergen is vooral bekend als voormalig zangeres van The Gathering en Agua de Annique, maar ze heeft meer in haar mars. Zo reist ze met drummer Martijn Bosman (ex-Kane, Guus Meeuwis) door het land met de kindertheatervoorstelling De beer die geen beer was. Deze voorstelling is gebaseerd op het boek ‘The Bear That Wasn’t’ van Frank Tashlin uit 1946. Het verhaal over een beer waarvan niemand gelooft dat hij een beer is, is opnieuw uitgegeven door productiehuis ON en vertaald door de Nijmeegse stadsdichter Dennis Gaens. Van Giersbergen en Bosman componeerden de bijbehorende muziek. Afgelopen zondag stonden ze in De Lindenberg op de planken.

De voorstelling heeft geen goede start. Het geluid heeft last van “de brom van een beer”, waardoor de voorstelling wat later begint. De gastvrouw van de Lindenberg vangt dit goed op door kinderen moppen te laten tappen op het kleine podium. De zaal zit goed vol met voornamelijk kinderen. Dat mag ook wel, aangezien het een kindervoorstelling betreft.

Het gaat eindelijk beginnen! Bosgeluiden vullen de zaal, lachende kinderen worden stil en de laatste moeders ronden hun gesprek over zwangerschappen en bevallingen af.
Het decor is simpel: een achterwand opgebouwd uit witte platen van verschillend formaat. Hierop wordt doorlopend een filmpje van het verhaal getoond. Het filmpje is zelf ook heel minimalistisch: een witte achtergrond met daarop zwarte schetsen van onder andere een bos en een beer.

Anneke en Martijn vertellen het verhaal soms gesproken, maar voornamelijk gezongen. De prachtige en altijd zuivere stem zoals we die van Anneke kennen, komt wellicht beter tot z’n recht in deze minimale setting dan mét band. Wel blijft ze steeds bij elk liedje hetzelfde kunstje met haar hoge stem uitvoeren. Aan de andere kant van het spectrum staat Martijn. Anneke neemt de meeste zangpartijen voor haar rekening, maar Martijn acteert meer. Bovendien begeleidt hij haar (en het verhaal) met een uitgebreide sound board en zijn accordeon. Martijn laat soms steekjes vallen met zijn zang, maar maakt dit ruimschoots goed met zijn indrukwekkend neergezette personage(s).

In het verhaal wordt op een gegeven moment een fabriek gebouwd op het holletje van de beer. De beer loopt gedesoriënteerd rond over het terrein, tot hij de chef tegenkomt.

“Wat sta je daar nou, ga aan het werk!”
“Maar ik ben een beer.”
“Nee, u bent een rare man die een scheerbeurt nodig heeft en een bontjas draagt!”


De beer moet mee naar de directeur van de fabriek. Die laat de beer zien wat ‘echte’ beren zijn. Echte beren dragen kleren en een hoedje, slapen in een kooi en balanceren op een fietsje. Dit heeft zo’n impact op de beer dat hij echt aan zichzelf gaat twijfelen en toch maar in de fabriek gaat werken. Dit stuk is de kern waarom het zo’n geslaagde productie is. Het is niet alleen een leuk verhaal voor kinderen, maar óók voor volwassenen. De identiteitscrisis van de beer zet aan tot denken: word ik eigenlijk niet gedwongen iemand anders te zijn dan wie ik werkelijk ben? Natuurlijk kun je er ook een maatschappijkritische boodschap uitfilteren. Een tweede kracht is de kleinschaligheid van de productie. Dit brengt de nodige slordigheidjes met zich mee, maar daar storen we ons niet aan. Pure klasse.