#ITV16: Dagverslag zaterdag Into The Void 2016

Zwaar mokerende doom en meesleurende instrumentale stoner delen de lakens uit

Tekst: Wybren Nauta, Jurgen de Raad | Foto's: Sanne Minnema, Gijs Kamphuis, Kristian Zijlstra ,

Werd Neushoorn al op vrijdag overspoelt met zware bassen en donkere tonen, op zaterdag gaat het feest strak in de vroege middag na een ferme lunch gewoon weer verder. De tweede dag kenmerkt zich vooral in de afwisseling in stijlen en sferen. Het is af en toe even omschakelen, maar keer op keer lukt het menig band weer een groot publiek mee te zuigen. Het Into The Void-publiek is wat dat betreft bijna onverzadigbaar.

Wie denkt aan het begin van de zaterdag bij Tangled Horns even rustig bij te komen van de voorgaande avond, komt bedrogen uit. Dit Vlaamse vijftal is naar het Noorden afgereisd om een show neer te zetten en niemand die ze daar van kan weerhouden. De band speelt vuige stonerrock die aangenaam wordt afgewisseld met gitaarmelodieën. Het is geen vernieuwende combinatie, maar wel een die lekker in het gehoor ligt. De hoofdrol is echter weggelegd voor zanger Tim van der Plas die met een manische energie over het podium en door het publiek marcheert. Zijn energie werkt zo aanstekelijk dat ondanks het vroege tijdstip iedereen al snel op zijn hand is. Zo ook tegen het eind als hij temidden van het publiek Beatles-cover Come Together inzet die meteen op luide bijval kan rekenen. Sympathieke band die continu onvoorspelbaar blijft; die mogen rustig nog eens langskomen. (WN)

Witchsorrow is het eerste trio van het aardig aantal driemansformaties dat vandaag in Neushoorns Grote Zaal aantreedt (op het totaal van zes bands). En meteen één die veel voor de dag komt met een portie goed overstuurde, pompeuze doom metal. De Engelsen likken hierbij gretig uit de klassieke doompot, waarbij namen als Saint Vitus, Count Raven en (vroege) Cathedral naar boven komen. Afwisseling wordt gebracht met evenzo klassiek klinkende heavy metal à la Angel Witch of Venom. En alles gevat in prima sinistere sfeertjes. Hoewel de aanwezige grote dosis voorspelbaarheid in de nummers, brengt het drietal zijn set met genoeg aanstekelijkheid. (JdR)


Soms schiet een band simpelweg zijn doel voorbij. Dat lijkt vandaag ook te gebeuren bij Komatsu. De Eindhovenaren spelen stonerrock waarbij alles op stand 11 staat, oftewel een continue stroom aan gitaarsalvo’s en pompende drums. Dit is een paar nummers heel goed te verteren, maar weet niet tot het eind te boeien. De combinatie van samples en logge stonerrock wordt daarvoor gewoon te vaak herhaald. Het enige wat echt lijkt te veranderen is het volume waarop de band speelt. Tijdens Recipe for Murder part one wappert de bas je vrij letterlijk om de oren en dit wordt de rest van de set niet beter. Oordoppen zijn aanbevolen, want zonder wordt het lastig om een optreden van Komatsu tot het einde uit te zitten. (WN)

Long Distance Calling is een beetje een vreemde eend in de bijt op Into the Void. Waar de meeste bands proberen het hardste, vuigste en zwaarste gitaargeluid te creëren, kiezen zij voor een hele andere aanpak. Ze spelen een combinatie van postrock en stonerrock, waar dus melodieën en gelaagdheid boventoon voeren, maar waar eveneens plaats is voor een zwaarder gitaargeluid. Ze combineren de twee op een natuurlijke wijze met elkaar, waarbij ze de meeste clichés van beide genres weten te vermijden. Vanuit een technisch oogpunt zijn de nummers knap uitgevoerd met veel tempowisselingen en complexe gitaarsegmenten, maar oogt het geheel wel enigszins afstandelijk. Dit geldt ook voor de show die gelikt is, maar door alle ingestudeerde moves ook stijfjes overkomt. Gelukkig maakt de muziek dit meer dan goed. (WN)


De Boschenaar Niels Duffhues (hij maakte ooit korte tijd deel uit van The Gathering) is het gezicht achter Fable Dust. Dit éénmansgebeuren serveert in bovenzaal De Puust filmisch aandoende instrumentale gitaarmuziek. Daartoe ook omlijst met geprojecteerde sfeerbeelden. Voornamelijk minimaal notenspel creëert een donkere, desolate atmosfeer. Veelal flanger-gitaareffect en loops kleden een versmelting van folk en ambient verder aan. Geen raar rustpunt op het festival, dit Fable Dust, ware het niet dat het gebrachte net iets te vlak is in de beleving. Bepaalde langstrekkende gitaarfriemels helpen daar niet bij. Die komen eerder wat geforceerd en pretentieus over en lijken soms te veel door te schieten in zijn kunstzinnigheid. (JdR)

Monolords zanger/gitarist Thomas Jäger verkondigt aan de toehoorders bij aanvang dat de band een spetterende show gaat neerzetten, de bands laatste van dit jaar. Nog weleens een gewaagde uitspraak, maar Jäger maakt zijn woorden volledig waar. De Zweedse stonerdoomers brengen het publiek in de Grote Zaal vervolgens stevig in vervoering, met een optreden waarin de ene na de andere poepdikke riff je beste knallen verkoopt.

De zware laagtes van gitaar en bas liggen prachtig afgepast op elkaar. Ze gaan in een alles omvattend, heftig overstuurd geluid de zaal in. Mooie psychedelische invullingen zuigen je samen met de fuzzende laag helemaal op. Daaraan toegevoegd de regelmatig van smakelijke effecten doordrenkte, hallucinerende zang van Jäger. De gepresenteerde tracks zitten goed aan de lengte maar blijven van begin tot eind ruimschoots boeien. Monolord weet een frisse draai te geven aan de onweerstaanbare, veelvuldig herhalende riffs. Subtiele verschuivingen daarin, in notengebruik en tempo, houden je bij de les. Tel nog de genoemde psychopsmuk erbij op en de geweldige impact van dit optreden is compleet. Het publiek sluit Monolord massaal in de armen. Geheel terecht, horns up voor deze klasbak! (JdR)


Al voor het begin heeft Zaum het café van Neushoorn sfeervol omgetoverd met gedempte lichten en rode kaarsen. Hoewel ze slechts met zijn tweeën zijn weten ze toch een uitermate vol geluid te creëren. De opeenstapeling van vervormde bassen en de galmende vocalen van zanger Kyle McDonald vormen samen een soort etherisch geluid waaronder de drums van Christopher Lewis onheilspellend grommen en soms ineens losbarsten. Een mooie balans van het tweetal die ze gedurende hun hele set mooi weten te bewaren. Doom rock van de bovenste plank. (WN)

Monomyth is het type band dat je live meer meemaakt dan dat je ernaar luistert. Al vanaf hun debuutplaat staan hun optredens garant voor een trip naar een ander universum. Terwijl je wordt omhuld in rook en flitsende lichten, voert de band je mee met hun opzwepende spacerock. Met de nieuwste plaat Exo vers op zak is dit concept nog onveranderd. Voorheen navigeerde de band ergens tussen spacerock, stonerrock en krautrock, maar de band heeft nu duidelijk koers gekozen voor de eerste. De gitaren grooven, de melodieën zijn uitgesponnen en met de galmende gitaren waan je je echt op een ruimteschip ergens in de ruimte.

We blijven echter niet oeverloos door de ruimte dolen, want gaandeweg de set begint de band de landing in te zetten. Het gitaargeluid wordt wat nerveuzer, de melodieën luider en gitaren zwaarder dat stukje bij beetje steeds harder begint te los te barsten. Het slot mondt uit in een soort losgeslagen krautrock waarbij het publiek overspoeld wordt door rook en stroboscopen, waardoor het daadwerkelijk voelt alsof je op een andere planeet geland bent. Zowel muzikaal als qua opbouw voert Monomyth zijn set subliem uit. Een memorabele trip die uiteindelijk helaas tot zijn eind komt, maar een die iedereen een keer moet maken. (WN)


Tombstones is de laatste act in de Arena en ze zetten de doomdeuren nog een keer wijd open. Het kwartet uit Oslo trekt gelukkig genoeg publiek, ondanks het late tijdstip (het is inmiddels een uur zondag). Meer dan eens aan Sleep refererende stonerdoom pakt het publiek lekker bij de kladden. Groovy vibes breken op fraaie wijze het gedragen riffwerk en geven Tombstones’ doom ook een zeker eigen smoel mee. De Eyehategod-achtig raspende strot van bassist Ole Christian Helstad contrasteert mooi met nu en dan cleane, statige vocalen van de gitaristen. Een contrast dat prima bijdraagt aan de atmosferische nummers die hier en daar spannend dwepen met black metal. Een sterk optreden en hiermee een meer dan waardige afsluiter van deze jaargang van ITV.  (JdR)

Als afsluitende act in de Grote Zaal, en bijna afronding van het festival, had de ITV-organisatie met Conan praktisch geen grotere klapper kunnen bedenken. Het sloperstrio uit Liverpool doet aan maximale kaalslag en deelt vrijwel de ene na de andere mokerslag uit. Monolord heeft vanavond in het kader van ´afbraakwerkzaamheden´ al zeer goed voorwerk verricht, maar de Britten gaan daar nog eens extra bulderend overheen. Hun zelf-omschreven caveman battle doom is rijkelijk behangen met weinig aan de verbeelding overlatende, verpulverende riffs.

Conans duidelijk riff-georiënteerde songs sorteren hun grote effect door de imposante (wat heet..) sound van het collectief. De vaak hoekige riffs slaan zodoende nog harder op je in. Veel van de revue passerende nummers hebben die tamelijk dierlijke, oerinstinct-trekken. Vertaald in het overwegend basaal/sober in elkaar zittende materiaal. De ´oerkreet´-zang van gitarist Jon Davis zet het primitieve karakter van Conans doom verder aan. Die scheert schel en menigmaal gemeen tegen het dissonante aan over de nummers heen. Wel wat monotoon te noemen en mogelijk op den duur als enigszins vermoeiend te ervaren (ook niet raar wellicht, gezien de band kort na middernacht speelt). Conan put variërend uit met name zijn albums Monnos, Blood Eagle en Revengance. Daarbij valt op dat het recente of recentere werk meer schakeert in logge doom en meer doorlopend uptempo. De Engelse mastodont kwam, zag en overwon. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het publiek, waarvan velen met een mogelijk goed stijve nek van het headbangen, dit powerhouse een daverend afscheidsapplaus bezorgt. (JdR)