Henk & Melle vieren feest

Minimalistische plaat op vol volume gepresenteerd

Tekst: Marco Vlot ,

Vier jaar geleden namen Henk Koorn en Melle de Boer, bekend van respectievelijk Hallo Venray en Smutfish, samen een album op onder de naam Henk & Melle. Dat album heette Roodnoot. Nu hebben ze een nieuw album gemaakt, Piece of the Pie, dat album presenteren ze dinsdag 18 oktober in het Paard van Troje. In de wandelgangen hoorden we over crowdfunding, wegrestaurants en gastoptredens van Monomyth en Iguana Death Cult. Dat roept natuurlijk de nodige vragen op. Om deze prangende vragen beantwoord te krijgen zat er niets anders op dan af te reizen naar de Sahara Studio van Henk. Gelukkig waren Henk & Melle aldaar meer dan bereid om op alle vragen antwoord te geven.

Jullie hebben het album geschreven in wegrestaurants. Hoe verzin je zoiets? Henk: “Dat heeft met Roodnoot te maken. Dat is een boerderij waar Melle en ik een week hebben gezeten in februari 2012 om onze eerste plaat op te nemen.”
Melle: “Het concept van die eerste cd was dat we in die boerderij zaten en dat we daar alle liedjes zouden schrijven. We hebben in een week die plaat geschreven en gemaakt.“
H: “Het was net in een week dat het heel erg koud was. Uit ellende zijn we op een gegeven ogenblik maar naar een wegrestaurant gereden om daar wat te schrijven, want daar was het warm. Volgens mij is daar het idee ontstaan. “

Waarom een dergelijke aanpak als je een comfortabele studio tot je beschikking hebt? M: “Ik denk dat het is om ietwat uit jouw comfortzone te raken. Juist omdat een andere plek weer motiveert om een liedje te schrijven.”
H: “De plekken waar we gezeten hebben komen ook terug in de nummers. Nummers over koffie, appeltaart, chicken pie. We hebben ook voor de aanpak gekozen om alles samen te schrijven en te componeren. We hadden wel een afspraak dat we alleen orgel en gitaar zouden gebruiken. Ik speel gitaar, Melle speelt orgel en we zingen alletwee. En dat was het zo’n beetje.”

Hoe gingen zo’n nummer schrijven dan in zijn werk? H: “Je komt aan bij het wegrestaurant, je gaat naar binnen en bestelt koffie of taart of weet ik wat. Meestal had Melle papier bij zich en soms een pen. En anders leenden we een pen. En dan gingen we gewoon schrijven.”
M: “In de bus op weg naar het wegrestaurant hadden we allemaal gesprekjes, en vaak kwamen allemaal elementen van dat gesprekje in het liedje terug. Dus de weg erheen en de omgeving van het wegrestaurant zelf waren ook allemaal onderdeel van het liedje. Dat waren dan de teksten. De muziek maakten we de volgende dag hier. “

Jullie zijn wel tevreden met het eindresultaat? H: “Jazeker! En met het proces ook. Dat ging heel goed. Je begint met niks. Je hebt niks. En op een gegeven moment heb je iets. Dat is verrassend.”
M: “Het is ook niet zoals we dachten. Ik had geen idee dat het zo zou worden. We zouden beide onze eigen muziek er in kunnen stoppen, maar we zochten juist naar iets van ons samen. De combinatie, die was nieuw. En we zijn expres niet de weg opgegaan van waar we goed in zijn. We wilden de makkelijke wegen een beetje mijden.“

Is het idee van crowdfunding om een plaat te financieren voor herhaling vatbaar? M: “Ja! We wilden het helemaal zelf doen. Geen invloed van anderen.”
H: “Het was ook leuk om te doen. Dit is voor het eerst dat we aan het crowdfunden zijn en het voelt goed aan. Mensen doen graag mee en zijn blij om een steentje bij te dragen.”
M: “Ik vind het ook een hele sympathieke manier om geld te verzamelen voor een plaat. Door de directheid ervan voel je een soort waardering die je bij een platenmaatschappij niet voelt. Door het contact met de mensen die reageren weet je voor wie je het maakt. Dat vond ik wel iets heel bijzonders.”
H: “Het voelde goed. Dat wisten we ook niet van tevoren. Het voelde niet aan als bedelen ofzo. Je vraagt iets, en daar kan je ja of nee op krijgen. “

De cd en het boekje zien er fantastisch uit. Kan je wat vertellen over het artwork? Van wie is bijvoorbeeld de hand die op de voorkant staat?
H: “Het is de hand van Jim Diner”
M: “Een van de rode draden die door de plaat loopt is Jim Diner. Diner is natuurlijk Engels voor wegrestaurant, en Jim Diner is een beetje een sekteleider. Een enge man die in meerdere liedjes terugkomt. Hij beïnvloedt mensen net als een sekteleider.”

Wat kunnen jullie kwijt in dit project wat jullie niet kwijt kunnen in jullie eigen projecten? H: “Je mag gek doen. Misschien is dat het.”
M: “Het is inderdaad veel gekker.”
H: “En wat ik hier heel erg goed aan vind is dat we geen drummer hebben. Dat het dus ook niet zo luid is. Ik kan zonder oordopjes op het podium staan. Dat is anders bij Hallo Venray. “
M: “Door bewust niet met een drummer te spelen krijg je automatisch ook een ander soort muziek.”
H: “Het wordt nog minimalistischer dan als je met drummer zou spelen denk ik. Als ik het zelf terug hoor is het allemaal heel minimalistisch. “

Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd hoe het zou klinken met een volledige band.
H: “Dat gaan we 18 oktober ook doen. The Deaf, Monomyth en Iguana Death Cult gaan een nummer van ons spelen, en wij gaan dat zingen.”

Gaaf! Maar ik moet zeggen dat ik niet meteen de link zie tussen jullie en deze bands.
H: “Nou, gister was Selwyn van Monomyth hier. Die heeft laten horen wat ze ervan gemaakt hebben, en dat was precies wat we wilden. Dat hele zware en monotone.”
M: “Ik denk dat er veel raakvlakken zijn en daarom hebben we ook die bands uitgezocht.”
H: “Monomyth is duidelijk. Er zit een gitaarlick in het nummer dat ze gaan spelen die hen op het lijf geschreven is. The Deaf is meer het springerige. En wat Iguana Death Cult betreft: ik heb ze The Waitress opgestuurd, en dat mogen ze helemaal trashen van mij.”

M: “Misschien is dat het wel. Het kapotmaken van de liedjes is wat we zelf ook wel hebben gedaan. Op een gegeven moment heb je een versie en dan heb je zo iets van ‘deze is mooi zeg’. Maar we wilden niet mooi, dus dat hebben we dan weer kapot gemaakt, net zolang tot we een vorm vonden waarvan we allebei dachten van ‘hee, dit is wat anders’. En daarom hebben we ook die bands gekozen. Je kan heel voor de hand liggende bands vragen, maar dan krijg je precies wat de mensen denken. En het is juist leuk om even wat anders te doen.”
H: ”Het is ook leuk om met een groep mensen wat te vieren. Het is eigenlijk een feestje. We hebben dus een hele hoop mensen uitgenodigd om samen te spelen. Want het is gewoon leuk om samen muziek te maken.”

M: “Wat dan ook nog wel aardig is om te zeggen is dat Alfons, de kok van de Boterwaag, voor alle muzikanten truckerballen gaat maken. Dat is een directe verwijzing naar de wegrestaurants."
H: “Het maken van de plaat zelf was een heel proces, vooral de songwriting, het in elkaar zetten van de nummers. Daar hebben we ons ook niet makkelijk vanaf gemaakt. Maar nu zie ik het als dat het zware werk is gedaan. Laten we nu feest gaan vieren. Nu mogen we er wat losser over doen.”