Kovacs biedt avondje nachtclub voor het hele gezin

Grootse muziek in intieme setting

Tekst: Karianne Hylkema | Foto's: Samantha Stauttener ,

Er is al meer geschreven over haar bontmuts dan over de zangeres zelf, maar een volledig uitverkochte clubtour bewijst dat Sharon Kovacs over het talent, de stem, de looks en de liedjes beschikt om boven haar handelsmerk uit te stijgen. De documentaire 'Wolflady' portretteerde haar als een zeer gedreven dame met een complex karakter, maar bovenal een artieste die zelfs aan het prille begin van haar carrière al zinspeelt op een internationale doorbraak. En dat zou zomaar eens kunnen gebeuren. Voordat Kovacs het intieme inruilt voor het grootschalige, haastten velen zich om een kaartje te bemachtigen voor haar concert in de Grote Zaal van het Paard van Troje op zondag 4 oktober.

Op de hoek met de Boekhorststraat begint de rij die pas bij de ingang van de concertzaal oplost, maar aan het uiteinde alsmaar blijft aangroeien. Vaders met tienerdochters, vijftigplussers, verloofde stelletjes en moeders met jonge kinderen zijn een avondje uit om de rijzende ster te zien nu ze nog in de 'kleinere' zalen speelt.

Een nachtclub, maar dan voor het hele gezin. Zo zou je de sfeer in het stampvolle poppodium kunnen omschrijven als om half negen 's avonds zwart velours, nepkristallen wijnglazen en schemerlampjes door een waas van rook zichtbaar worden. Een tergend mooie klassieke opening van slechts viool en cello zorgt meteen voor een kippenvelmoment. Er volgt een wat langdradige intromontage waarin een James Bond-eque schimmenspel, instrumentale livemuziek en digitale opnamen aan elkaar geregen worden. De rest van de band wacht nog achter een groot kamerscherm. Pas na achtenhalve minuut komt de tengere zangeres tevoorschijn, met een hanekam van zwarte boa-veren op haar hoofd. 'Whiskey and fun' is lang niet Kovacs sterkste nummer, maar fungeert prima als setopener door de flinke dosis audiovisuele prikkels van daarnet.

Het is lang geleden dat er zulke melodieuze, luxueus aangeklede muziek de mainstream bereikte en het is vooral genieten bij het swingende 'Diggin'', 'The devil you know' en 'Fool like you'. Een vleugje Hooverphonic, Portishead, flarden van verschillende decennia uit de vorige eeuw, maar toch eigentijds.

In een show van anderhalf uur is het geen verrassing dat het hele debuutalbum voorbijkomt, maar verrassend is sowieso niet het sleutelwoord van de avond. Alles is tot in detail bedacht, wat een boeiende maar ietwat ingestudeerde performance oplevert. The Strangers – haar zeskoppige band – spelen strak en Sharon zelf zingt alsof haar leven ervan afhangt. Naast eigen materiaal is er ook ruimte voor covers van Grace Jones, Jerry Jeff Walker, Etta James en de Israëlische singer-songwriter Asaf Avidan. Ze passen naadloos in haar eigen repertoire.

 Na elk nummer volgt een daverend applaus, het publiek wil méér. En met een totaal van 16 liedjes plus nog één toegift kan iedereen meer dan tevreden zijn.

Óók de critici die eerder schreven dat Sharon te weinig contact met het publiek zocht, of dat haar podiumsetting te kitscherig was, kunnen hun mening bijstellen. Want zonder noemenswaardig veel te veranderen heeft Kovacs in korte tijd een volwassener, toegankelijker uitstraling gekregen. En als haar grote voorbeelden Etta James, Nina Simone en Amy Winehouse nog leefden, zouden zij haar vast hebben toevertrouwd dat het met die muziekcarrière wel goed zit.