Uiterst intense zesde editie van Symphonic Junction

Kippenvel met My Brightest Diamond en Het Residentie Orkest

Stephan Kaffa ,

Het blijft een mooi concept; een klassiek orkest dat naast de gebaande paden van de klassieke muziek treedt. In de serie Symphonic Junction ging het Residentie Orkest al verschillende malen het experiment aan en voor de zesde in de serie brengt het orkest onder leiding van dirigent André de Ridder twee Europese premières ten gehore in Paard van Troje.

De eerste première van de avond is het stuk ‘Fly by wire’ van ex-Battles medeoprichter Tyondai Braxton. Hij componeerde het in 2013 in opdracht van het New Yorkse Carnegy Hall, waar het datzelfde jaar door het Alarm Will Sound orkest werd uitgevoerd. Zo ongrijpbaar als het werk van Battles (en het overige werk van Braxton), zo ongrijpbaar is ook dit stuk. De telling faseert continu en de klassieke elementen worden gecombineerd met elektronische klanken. Het is bijna alsof het orkest gedwongen wordt te kiezen tussen het warme menselijke en het vaak koude van elektronische composities. Stabiliteit versus turbulentie, zo verwoorde de componist het ooit zelf in een interview. Na een gigantische climax lijken de musici bijna opgelucht adem te halen.

Voor het tweede gedeelte betreedt niemand minder dan Shara Worden het podium. De zangeres en multi-instrumentaliste maakt al geruime tijd muziek onder de naam My Brightest Diamond en heeft daarnaast gespeeld met onder andere Sufjan Stevens en The Decemberists. Stond zij afgelopen februari nog speels met The Detroit Party Marching Band in ons land, dit keer brengt zij ons het door Sarah Kirkland Snider geschreven intense ‘Penelope’. De liedercyclus, zo legt Shara nog even snel uit terwijl de elektronica door de geluidstechnici getest wordt, beschrijft het verhaal van een man die, na 20 jaar oorlog, plotseling weer aanklopt bij zijn vrouw. Terwijl de vrouw haar man (getroffen met hersenletsel) verzorgt, leest zij hem Odyssee van Homerus voor. Dit oud Griekse dichtwerk staat natuurlijk parallel aan het verhaal van Kirkland Snider’s ‘Penelope’.

Wat volgt is bijna onbeschrijfbaar. Het orkest brengt met volledige intensiteit de melancholische ondersteuning waarop Worden vol overgave en loepzuiver zingt. De innerlijke strijd en zoektochten van de twee hoofdpersonen, die nu nauwelijks nog met elkaar kunnen communiceren en weer een leven proberen op te bouwen, wordt met uiterste emotionele precisie gebracht. Tijdens de zeer kleine pauzes tussen de nummers kun je de spreekwoordelijke speld horen vallen. Het modern klassieke meesterwerk doet muzikaal denken aan composities van Arvo Pärt maar ook het elektronische van bijvoorbeeld Ólafur Arnalds. De zangeres doet soms denken aan een fragiele Björk zonder IJslands accent. Echter blijven beide ten alle tijden volstrekt uniek. Tijdens de ongeveer vijftig intense minuten wordt het publiek compleet overrompeld met alle facetten van de menselijke emotie. Na de laatste woorden van ‘As he looks out to sea’ klinkt dan ook een luid gejuich en krijgen alle uitvoerenden, inclusief aanwezige componiste, een staande ovatie. Eens te meer blijkt maar weer dat grensverleggende experimenten als deze absoluut kans van slagen hebben.