Verslag Kaderock 2013; de avond

Techniek en zomer laten het afweten, publiek en acts doen dat gauw vergeten

Lilianne Laan | Foto’s: Ramond Jaggessar en Peisam Tsang ,

Op 1 juni was de Soestdijksekade weer afgezet voor de 18de editie van Kaderock, een intiem festival bij muziekcentrum Musicon. Ondanks de kou kwam een bonte collectie aan mensen genieten van de gezellige sfeer. Voor de kleintjes was er een springkussen en de wat grotere kleintjes konden zich uitleven in een gitaargevecht, op een karaoke rodeovarken of glijdend richting een modderbad. ’s Avonds vond de apotheose van de Popgroup Olympics plaats en waren er optredens van onder andere F, Atombox en Orange Grove.

Atombox is drie mannen en een vrouw die al elf jaar in deze bezetting op het podium staan. Ze gaan stevig van start met een indrukwekkend ronkend rocknummer dat aan Queens of the Stone Age doet denken. Ook de rest van de set is doorregen met smakelijke gitaarsolo’s en fijne uitbarstingen van rockgeweld, al is niet elk nummer zo sterk als het openingsnummer: delen van de set hebben iets inwisselbaars en veel nummers hebben iets netjes. Lekker ontsporen doen ze niet bij Atombox. Maar, het is al vaker gezegd en we zeggen het gewoon nog een keer: wat een heerlijke stem heeft frontman Jesse Koops. Er zit een grungy jaren negentig geluid in, denk Silverchair en Bush en een vergelijking met Muse’s Matthew Bellamy is ook op zijn plaats. Binnen de lijntjes gekleurd of niet, die stem van Koops en hoe hij daar sommige nummers iets episch mee geeft doet aan het einde van de set verlangen naar meer.

De winnaar van de Popgroup Olympics - een ouderwets spitsroedenparcours, dit keer eens niet muzikaal - is NiCad. De superinternationale Haagse popband besloot op het laatste moment mee te doen aan de race, om kans te maken op een optreden om een speciale reden: de moeder van de bassist is overgekomen uit Japan en heeft haar zoon nog nooit kunnen zien optreden. Gedreven door deze missie winnen ze het parcours en staat NiCad aan het begin van de avond een hartverwarmende set te geven op het buitenpodium. Gevarieerde popliedjes komen in de korte set voorbij en vooral een laid back Japans reggaeliedje brengt een glimlach op de gezichten van het publiek. Eigenlijk is het redelijk succesvolle NiCad dit soort bandjeswedstrijdjes al lang voorbij, maar het is ze gegund: wie smelt er nou niet voor de recht-uit-het-hart vrolijkheid van deze band?

Aangesterkt door een warme hap van de prima voedselstalletjes verzamelt Kaderock zich opnieuw voor het buitenpodium. Het is tijd voor een Feestje met een hoofdletter F. Voor wie F nog niet gezien heeft: poppy hiphop á la De Jeugd van Tegenwoordig, een beetje Engels een boel Nederlands en vooral erg Haags. Uitermate dansbaar, een beetje obsceen, supergelikt maar met een aangenaam schurend rockrandje. De hits knallen je om de horen: ‘FC Den Haag’ wordt integraal meegezongen, ‘Geen fuck om jou’ mag als dubieuze meezinger natuurlijk niet ontbreken en we worden zelfs getrakteerd op een vurige versie van N*E*R*D’s ‘Lapdance’. De dansmoves in het publiek strijden om aandacht met het spektakel op het podium. De charmant platte Haagse prinsjes worden afsluitend dan ook doodgeknuffeld met een wild applaus - dat moet genieten zijn voor F, zo’n thuiswedstrijd.

Binnen maakt Organisms zich klaar om een robbertje te punkrocken. Het is echter een zware dag voor de techniek: er is van alles stuk en het duurt een tijd voor alles klaar staat. Als de mannen eindelijk erop los mogen, blijkt alsnog de kabel van de microfoon kaduuk. Het eerste nummer staat de zanger zodoende te playbacken. Dat doet geen wonderen voor de losheid van de band, maar voor het publiek is de rammelende punkrock ook instrumentaal prima te pruimen. Wanneer alles het eindelijk doet wordt er alsnog met hart en ziel op los geragd. De set, die voornamelijk uit nieuwe nummers bestaat, is hard en gruizig maar een naargeestig sfeertje rond het podium maakt het moeilijk om er van te kunnen genieten. Organisms maakt van zichzelf al wat bozige rock en met een agressief dansende fanatiekeling vooraan op de biergladde vloer deinst het overige publiek steeds een stapje verder achteruit. Dit maakt het de band niet makkelijk om er lekker in te komen en dit zal niet hun meest gedenkwaardige set zijn. Aan het harde werken van de bandleden ligt dit echter niet en Organisms krijgt ongetwijfeld binnenkort de kans op revanche.

Als grote afsluiter mag Orange Grove buiten de handen warm wrijven van het inmiddels stevig onderkoelde, maar onverminderd enthousiaste publiek. En dat zal wel lukken ook: hun warme rootsrock reggae met veel ruimte voor gitaren is precies wat we nodig hebben op dit moment. Orange Grove doet een beetje aan Beef denken en is duidelijk op een missie om optimisme en feest uit te stralen. En met succes: winterjassen ten spijt gaat het publiek helemaal mee in de illusie van de zomerse juniavond, getuige de overgave waarmee wordt meegezongen en gedanst. Hierbij een eervolle vermelding voor de biertaps die ongetwijfeld hun bijdrage hebben geleverd aan de losse sfeer. Als René Bom het eind van de set komt aankondigen wordt er luidkeels om meer gesmeekt. Vooruit, we mogen er nog eentje van de nachburgemeester. En het toetje is geen tropische verrassing, maar wel een goedgekozen stukje vuurwerk: Orange Grove zet zijn peace love & harmony even aan de kant om vol overgave ‘Killing in the name” van Rage Against The Machine te spelen. Met dit ultieme springnummer gaat het compleet los en zijn echt alle voetjes weer warm. Knappe ijstijd die Kaderock 2013 weet te temmen.