Interview met Antal Steixner

“Muziek maken is eigenlijk als een reis met de Oriënt Express: je stapt in en je geniet van de rit of je blijft thuis”

Sabine Tadema, ,

Als je een interview afneemt met iemand als Antal Steixner, dan weet je in ieder geval dat je je niet zult vervelen. Deze flamboyante percussionist-drummer heeft heel wat in zijn mars. Momenteel toert hij door ons land met niemand minder dan het Rosenberg Trio. Hoog tijd om Antal het hemd van zijn lijf te vragen.

“Muziek maken is eigenlijk als een reis met de Oriënt Express: je stapt in en je geniet van de rit of je blijft thuis”

Als je een interview afneemt met iemand als Antal Steixner, dan weet je in ieder geval dat je je niet zult vervelen. Deze flamboyante percussionist-drummer heeft heel wat in zijn mars. Momenteel toert hij door ons land met niemand minder dan het Rosenberg Trio. Hoog tijd om Antal het hemd van zijn lijf te vragen. “Hoe ben je er achter gekomen dat je een drum talent was? Waar begon je eerste ervaring met ritmiek?” “Dat begon eigenlijk met 3 dingen thuis: mijn moeders platenkast, haar breinaalden en de leren bank.. Ik trok oude platen van Deep Purple, Santana, Alice Cooper, The Golden Earring uit de kast en vond dat machtig mooi. Met de breinaalden van mijn moeder trommelde ik de hele dag los op het leren bankstel. Menig breinaald is hierbij gesneuveld. Tot mijn moeder mij op mijn elfde vroeg of we niet beter eens een drumstel konden kopen… Al gauw leerde ik op de drums te spelen. Mijn buurjongen speelde de bas en zo ontstond al gauw een bandje. En da`s maar goed ook, want muziek maken doe je met meerdere mensen..” “Kan je iets vertellen over de soorten muziek die je maakt en de instrumenten die je daarbij gebruikt? Dat is nou niet bepaald conventioneel..” “Van Afrika naar India terug naar Spanje de plas over richting Noord - en Zuid Amerika ,die soorten muziek maak ik. Ik ben altijd drummer geweest maar ook percussionist. Ik ben eigenlijk een percussionerende drummer. Als je een liedje speelt speel je ook het ritme.Soms duurt een melodie dertien tellen, dat speel je dan ook, het is vrij simpel. Op die manier benader ik ook muziek en dat kan dus zijn met alle muziekstijlen van de wereld. Muziek is ook een communicatiemiddel; in Afrika bijvoorbeeld gebruikte men vroeger de holle boomstam, die dertig km verderop nog hoorbaar was om het nieuws mee door te vertellen. Eigenlijk is dus de mobiele telefoon in Afrika uitgevonden, ha ha.. Maar in elk geval maakten deze mensen toen dus al gebruik van een ritmisch communicatiesysteem. Muziek maken is eigenlijk als een reis met de Oriënt Express: je stapt in als je wilt en je geniet van de rit of je blijft thuis. De cajon, waarop ik speel; de houten kist, is vroeger door Afrikaanse slaven verspreid. De mogelijkheid bestond niet voor deze slaven om op hun eigen instrumenten te spelen, dus gebruikten ze alle materialen en voorwerpen, waarmee ze werkten om in ieder geval ritmen tot stand te kunnen brengen. Een logisch voorwerp, wat hier zeer geschikt voor was, was natuurlijk een kist; Zo ontstond de cajon. Ik heb het instrument ontdekt door Alain (Labryenco), die mij vroeg of ik op de cajon de nummers wilde gaan spelen. Ik zei:”prima. Wat is dat eigenlijk, een cajon?” Mijn eerste cajon is gemaakt door Rob den Boer, een briljant timmerman in die tijd. Het kostte mij twee en een halve euro!! Ik heb jaren talloze optredens met dat ding gedaan! Nu is hij met welverdiend pensioen. Op de laatste theater toer heeft hij gefungeerd als veredelde tafel, waar de udu; de vaasdrum op rustte,kleedje erover niks aan de hand. Nu speel ik op een cajon, naar een model uit Peru, gefabriceerd in Duitsland. Ik zie de cajon als een soort schakel tussen muziek uit Afrika, Noord-en Zuid Amerika en Europa. Hier is dus die “mondiale muziekeenheid” uit ontstaan. Volksmuziek uit Europa met ritmes uit Afrika.New Orleans, Salsa,Samba, Snoop Dogg & Pharell: allemaal het zelfde ding. Eigenlijk speelde Bo Diddley ook op een cajon, alleen met snaren aan de bovenkant! Verder speel ik op de udu. Dat is een watervaas uit Afrika maar komt ook in India voor en heet daar Ghatam. Het klinkt als de Talking drum uit Afrika en als Tabla’s, handdrums uit India. Mijn eerste udu was ook zelfgemaakt, van een watervaas uit Afrika, wel laag gestookt, anders krijgt de vaas teveel een glasklank. Ik gebruik deze vaas nu alleen nog voor studio opnames. ” “Hoe ben je zo in de Haagse muziekscène terechtgekomen? Je komt tenslotte uit Boskoop.” “Toen ik naar Den Haag kwam, zo`n tien jaar geleden, ben ik direct op zoek gegaan naar plekken waar muziek te maken was. Op mijn eerste avond stappen was het meteen raak! Ik liep muzikanten als Taco Gorter, Fer van Duuren, en Marcel van Ettinger tegen het lijf, waarmee ik al snel regelmatig in de Pater terecht kwam. Swingende sessies, muziek in overvloed. Veel geleerd over mensen en muziek…” “Je bent nu aan het toeren met het Rosenberg Trio. Hoe is dat zo gekomen?” “Ik speelde theatershows met Erik Vaarzon Morel samen met een flamencozanger. Rezar Dominguez, een flamencogitarist uit Maastricht vroeg de zanger en mij voor een aantal optredens, daarna verloren we contact. Meer dan tien jaar later vroeg hij mij om mee te doen met het Rosenberg trio; hij was me niet vergeten! Deze Rezar Dominguez speelt met de vierde broer van het Rosenberg trio, hij is ook flamencogitarist. Het idee was om composities van het trio in flamencoritmiek te zetten.Ook spelen we wat eigen flamencostukken in de voorstelling. Zo werd een klein jaar geleden het eerste contact gelegd en nu neem ik deel aan hun toer, Rosenberg Trio and Friends, die zich tot mei dit jaar door Nederland beweegt”. “Kun je de verscheidene bands en projecten waar je deel aan neemt goed combineren qua tijd?” “De toer staat vast, de optredens zijn bekend. Ik heb natuurlijk nog Labryenco en Bodhi Boranti. Met optredens boeken houden we gewoon rekening met de toer data van het Rosenberg trio. Omdat dat er maar ongeveer drie per maand zijn is dat niet zo moeilijk”. “Wat verwacht je van je bijdrage in het Rosenberg trio? Zit er toekomst in?” “Wat ik verwacht is dat ik met hen tot zestien mei van dit jaar zal genieten van de optredens. Ik ben geen officieel bandlid. Ik speel gewoon deze theater toer met ze en daarna zien we wel weer verder.” “Tot slot:Wat vind je van de muziek cultuur in Den Haag vandaag de dag? Heb je bijvoorbeeld ook een favoriete Haagse band?” “Wat ik goed vind is dat je best kan spelen in Den Haag en dat er wel initiatieven zijn op muzikaal gebied, wat ik jammer vind is dat het bijna geld kost om ergens te mogen spelen.Het is dus interessant voor beginnende bands,daarna moet je wel buiten Den Haag spelen als je er wat mee wil verdienen. Als je me vraagt, of ik een favoriet heb uit Den Haag? Ik onthoud nooit namen dus zou ik bijna zeggen Bodhi Boranti en Labryenco …Nee, heb ik niet echt. Ik houd gewoon van goede muziek. Wanneer is muziek dan goed? Nou, als het me raakt. Den Haag heeft voldoende talent, dat is een feit. En dat talent, dat speelt voor jou, ga ze dus zien!”