Laatste avond Binnenhof Festival toch verrassend

Fraaie mix van oude en moderne meesters

Marijn van Rijsewijk, ,

“Mazzeltjes zoals dit optreden komen me soms zo aanwaaien. Maar vanavond was echt ‘excellent’!”, glundert Chuck. Even later vertrok hij met een paar vrienden, om zijn schouder zijn ouwe gitaar, in zijn hand een koud geworden hamburger.

Fraaie mix van oude en moderne meesters

“Mazzeltjes zoals dit optreden komen me soms zo aanwaaien. Maar vanavond was echt ‘excellent’!”, glundert Chuck. Even later vertrok hij met een paar vrienden, om zijn schouder zijn ouwe gitaar, in zijn hand een koud geworden hamburger. Net als op de vorige twee avonden van het Binnehof Festival zorgde een zigeuner-dweilorkestje –luisterend naar de naam Graf Brascula & Karpati Suite- voor een dunne muzikale bodem voor deze laatste avond. Het Residentie Orkest speelde een voorname hoofdrol vlak voor het weekend. Nota bene op de plek waar in de 17de eeuw het Haagse gepeupel het hoofd van Johan van Oldenbarnevelt over de klinkers zag rollen. Omdat dit jaar Nederland voorzitter is van de EU presenteerde een zevental abseilers de Europese tweekleur door van de Eerste Kamer-gebouwen af te dalen. Zij zakten tijdens het hele eerste stuk van Dvorák tergend langzaam af en wekten daarmee de indruk van een aantal spartelende insecten aan een kleefstrip. Ook voor het Residentie Orkest is 2004 een bijzonder jaar, aangezien het zijn honderdste verjaardag viert. Na ongeveer vijf klassieke stukken leek het erop dat het spektakel verstoord werd door een straatmuzikant die vanachter de hekken een nummer begon te spelen. Een ordebewaker ging het even regelen. Maar het bleek allemaal bij het programma te horen. De straatmuzikant was Chuck, de gitarist die iedereen kent van zijn duidelijke aanwezigheid bij de Albert Heijn aan de Grote Marktstraat. Hij betrad het podium en posteerde zich vóór het Residentie Orkest en zette de eerste maten van ‘Rockin’ in the free world’ (1989) van Neil Young. Het orkest volgde en snel werd het opnieuw een ode aan een vrij Europa. Het publiek moest eerst even wennen, maar bedolf de vijftigjarige Chuck na afloop onder een klaterend applaus. Zijn gitaarhoes vlak voor het podium mocht nu zelfs papieren geld in ontvangst nemen. “Ik was niet eens zo heel zenuwachtig”, vertelt Chuck na afloop. “Ik heb in de jaren zeventig wel vaker op podia gestaan, dus die podiumangst gaat er wel vanaf”. Zijn enige zorg was dat het orkest in de maat zou blijven. “Ik had woensdag en vanavond al gerepeteerd met het orkest en toen gingen ze soms sneller, soms langzamer dan ik”. De partituur van ‘Free world’ is zelfs speciaal voor vanavond geschreven. “Ik heb niet echt dromen die ik wil verwezenlijken; toen ik jonger was hoopte ik natuurlijk een echte rockstar te worden, maar dat lukt zó weinigen. Mazzeltjes zoals dit optreden komen me soms zo aanwaaien. Maar vanavond was echt ‘excellent’!”, glundert Chuck. Even later vertrok hij met een paar vrienden, om zijn schouder zijn ouwe gitaar, in zijn hand een koud geworden hamburger. Klassiek laat zich prima mixen met de modernste muziek. DJ Git Hyper toonde dat onomstotelijk aan. Met een subtiele beat en minimale scratches legde hij het stramien voor het Residentie Orkest. Nergens overheersend, nergens te weinig, gewoon een mooie mix. De grote finale van het Festival was weggelegd voor een nieuw Europa-lied, vertolkt door sopraan Aile Asszonyi en Montezuma’s Revenge’s Sanne de Waard. De vraag is of dit lied de plaats van ‘Alle Menschen werden Brüder’ zal gaan innemen. Het Binnenhof Festival heeft dit jaar zeker een aantal mensen in aanraking gebracht met andere muziekstromingen. Vooral de moderne muziek was op een goede manier verweven met traditionele en klassieke muziekstromingen. Publiek dat voorheen hiphop, pop, straatmuzikanten en DJ-werk verfoeilijk vond, heeft zich nu flink achter de gespitste oren mogen krabben. Misschien durven ze komend jaar zelfs naar Parkpop te komen?