Lyrische driekwart tonen op de luit met Tamino

Tekst en foto's: Reinout Bos ,

Amsterdam kent talrijke oefenruimtes op de meest gekke locaties. Wekelijks spelen bands hier de meest prachtige dingen. Urenlang sluiten zij zich vrijwillig op in donkere goed geïsoleerde plekken van een paar vierkante meter. In deze reeks gaan we met de bands en artiesten mee naar de ruimten waar ze het meest spelen maar bijna niemand ooit komt kijken. Dit keer: Tamino.

Tamino is een 20-jarige singer-songwriter uit Antwerpen die zich voor zijn studie aan het conservatorium heeft gevestigd in Amsterdam. Sinds deze zomer werkt hij samen met de Vlaamse muzikant producer Tom Pintens aan zijn eerste EP. Binnenkort treedt hij op in De Nieuwe KHL tijdens Op de Koffie, de nieuwe singer-songwriter avond van GRAP. 

De kamer van Tamino
Een van de grote bijkomende voordelen voor singer-songwriters is dat ze niet per definitie een repetitieruimte hoeven te huren. Daarom spreek ik af in Tamino’s kamer. Een ruime kamer met een prachtig uitzicht over de gracht waar menig student of inwoner van Amsterdam een moord voor zou plegen. De kamer zelf zou overigens ook zo door kunnen gaan als reguliere repetitieruimte. Het staat vol met instrumenten en apparatuur. Aan de muur hangen foto’s en een poster van Bombay’s Show your teeth. Aan de deur vind je klagende buren vanwege de geluidsoverlast. Welkom in de repetitieruimte van Tamino.  

We zitten nu in je kamer, is dit voor jou ook echt je repetitieruimte?
“Ik speel graag op verschillende plekken maar ik ben hier gewoon het meest. Dit is dus wel mijn plek voor het moment denk ik. Ik heb hier veel inspiratie op gedaan en veel geschreven. Voor mij is eigenlijk repeteren hetzelfde als het maken van een nummer. Vaak spendeer ik er veel tijd aan om alles echt in de vingers te krijgen tijdens het schrijven. Dan is het schrijven eigenlijk al genoeg repetitie.”

Hoe gaat het schrijf proces, kom je eerst met een melodie of tekst?
“Altijd anders. Ik denk dat het meestal eerst de melodie is. Het wisselt wel, het ene moment loop ik ergens en komt er een melodie in me op en het andere moment is dat een stuk tekst waaruit ik een nummer probeer te bouwen. Het is voornamelijk dat het vaak een gevoel is dat ik gewoon naar buiten moet krijgen op een manier waar ik tevreden mee ben. Ik vind het moeilijk om te benoemen op basis waarvan ik ideeën wel of niet gebruik. Het is voor mij wel belangrijk dat iets oprecht is. Ik bewaar alles wat ik bedenk. Ik luister dan ook dingen terug die ik soms lang niet heb gehoord. Er is bijvoorbeeld een nummer dat nu op mijn EP komt dat daaruit voorkomt. Mijn producer Tom zei: laat gewoon van alles horen. Later kreeg ik een bericht van hem dat ik met dat nummer echt iets moest gaan doen."

In een band heerst waarschijnlijk een hele andere dynamiek dan als je alleen oefent. Bandleden geven elkaar meestal feedback tijdens het repetitieproces, hoe werkt dat bij jou?
“Het is vaak toch ook wel heel persoonlijk, en als soloartiest besef ik me ook dat ik er vaak alleen in sta. Ik moet echt zelf mijn inspiratie blijven voeden. In een band kun je ook heel veel energie krijgen van een ander en dat kan tot heel veel nieuwe creaties leiden. Als je alleen bent moet je die energie ergens anders zoeken. In mijn geval is het vaak literatuur en poëzie dat mij kan bewegen tot nieuwe dingen. Misschien nog wel meer dan het luisteren naar muziek zelfs. Iedere artiest die op zichzelf is moet gewoon wel iets vinden om in de flow te blijven. Ik merk zelf dat ik me ook gewoon rot voel als ik niet bezig ben met muziek.

Ik denk dat ik tijdens het schrijven het kritische stemmetje nog probeer uit te laten. Ik kan dan mezelf de ruimte kan geven om echt in de sfeer van een nummer te komen. Ik luister het wel terug maar meestal pas een dag of wat later. Meer in de rol van luisteraar dan dat ik kritiek ga geven op mezelf. Ik probeer dan naar mezelf te luisteren alsof ik mezelf niet ben. Als ik echt zoiets heb van ik heb nog wat feedback nodig dat vraag ik het aan vrienden of mensen waar ik naar op kijk. Ik zit ook samen in band project Tormentil met Olivier Lucas, daar maken we samen harde muziek in het Vlaams. Daar heb ik wel die band dynamiek en dat is erg fijn werken."

Is het als soloartiest enger om je nummers te presenteren?
“Ja voor mij wel eigenlijk. Als je dan gaat spelen is dat ook wel een groot deel van je feedback. Niet aan de reacties qua woorden maar de reacties in lichaamstaal of de vibe. Dat voel ik wel. Het is al wel vaak gebeurt dat ik na het spelen van nieuwe nummers voor publiek een nummer ben gaan bijschaven. Het is dan niet echt het publiek dat letterlijk feedback geeft, het is mijn interpretatie van wat het publiek voelt. Dat is gek eigenlijk. Uiteindelijk is het van belang hoe ik me voel bij het spelen van een nummer. Als ik merk: dit gaat gewoon niet, maar het heeft wel potentieel, dan ga ik het aanpassen. ”

Ik zie hier heel veel instrumenten maar ik ken je eigenlijk alleen maar van de gitaar. Speel je al die andere instrumenten ook?
“Ik probeer wel zoveel mogelijk te spelen; dat lukt het best op piano en gitaar. Ik probeer ook wel eens de luit of de ud, een Arabisch instrument. Er stond bij ons vroeger altijd wel Arabische muziek op. Mijn grootvader Moharam Fouad was een bekende Egyptische zanger. Ik heb hem niet super goed gekend omdat hij is overleden toen ik jong was. Daarom vind ik het soms fijn om zijn stem te kunnen horen of om op de luit te spelen. Ik heb ook een cello gekocht maar daar ben ik eigenlijk heel slecht in. Ik gebruik hem weleens voor achtergrondpartijen, dan lijkt het als of hij bewust erg vals is maar dat komt gewoon omdat ik er niet goed op kan spelen haha.”

In de studio zit je niet meer alleen maar samen met een producent; hoe is dat?
"Ik vind het fantastisch al was het in het begin wel wennen. Ik heb daar met Tom Pintens wel de juiste persoon in getroffen. Zijn visie en smaak sluiten erg aan bij de mijne. Hij geeft mij natuurlijk veel feedback, en als hij iets zegt neem ik het altijd wel in overweging, ook als ik het ergens niet mee eens ben. Het is fijn dat er iemand mee denkt, zeker voor je eerste EP. Ik zou ooit ook wel een keer zoiets helemaal zelf willen kunnen doen. Iets maken en opnemen wat ik volledig zelf heb gemaakt, gewoon om te zien wat het oplevert."

De repetitie
Het is wat lastiger om als vlieg op de muur verstopt te zitten en op de achtergrond te blijven wanneer je met zijn tweeën in een ruimte bent. De repetitie gaat er daarom deze keer iets informeler aan toe. Omdat ik toch wat nieuwsgierig ben geworden luisteren we eerst nog naar de live-opnamen van Tamino’s grootvader. Prachtige Arabische chansons begeleid door volle orkesten en driekwart tonen. Ik vraag Tamino waar hij meestal zit te spelen. Zijn kamer heeft brede vensterbanken die uitkijken over de gracht. Een meer romantisch beeld van een singer-songwriter turend over de grachten bestaat bijna niet. Na enige tijd besluit Tamnio als hij dan toch bezig is om zijn tijd ook maar nuttig te besteden en verder te gaan met de nummers waar hij mee bezig is.