Alura wint tweede halve finale van de Amsterdamse Popprijs 2007

"Zangeres houdt het midden tussen Pink en Avril Lavigne"

Tekst: Brechtje Keulen Foto's: Anouck Wolf, ,

In een dampend Paradiso krijgt het publiek tijdens de tweede halve finale van de Amsterdamse Popprijs een aantal zeer verschillende bands voorgeschoteld. Collect Call From Mars, JINX, Roodkapje en het Blauwe Gevaar, Alura, Clemm en T.IF.T strijden om plekken in de finale.

"Zangeres houdt het midden tussen Pink en Avril Lavigne"

Tijdens de tweede halve finale van de Amsterdamse Popprijs 2007 staan er weer zes bands klaar om te strijden voor een finaleplaats. Een dag eerder was Dog Called Phenix al van een finaleplaatsje verzekerd. Naast de twee winnaars zullen er na de tweede finale vier wildcards worden uitgereikt, waardoor er ook in de finale zes bands staan. Voor een goed gevulde bovenzaal van Paradiso betreedt Collect Call From Mars het podium als eerste. Zangeres Jennifer, die in een uitdagend jurkje over het podium paradeert, slingert Noisettes-achtige rocknummers met een glimlach en een dikke knipoog de zaal in, daarbij begeleid door drie mannelijke bandleden in blauwzwart gestreepte T-shirts. Helaas is de eenheid van de band vooral visueel. Jennifer en gitarist Lody zijn goed op elkaar ingespeeld, maar de chemie met de andere bandleden is wat minder sterk. Als de trommelvliezen nog niet opgewarmd waren, zijn ze dat zeker wel na de twintig minuten van metalband JINX. Vanaf de eerste seconden rocken de gitaren en zwiepen de haardossen in het rond. Het drietal is met een wildcard in de halve finale gekomen en is meer dan gemotiveerd er het beste uit te halen. Na enkele nummers vliegen de zweetdruppels in het rond, maar moeten we helaas concluderen dat het allemaal niet echt origineel of vernieuwend is wat JINX laat horen. Een heel ander geluid is te horen bij Roodkapje en het Blauwe Gevaar. Een jong rockbandje, dat niet bang is van de bewegwijzerde paden af te wijken, en zomaar in het Nederlands staat te zingen. Dat de muzikanten niet altijd even netjes binnen de lijntjes kleuren wordt ruimschoots goedgemaakt door de spanning die de muziek bevat. De zang is helaas moeilijk te verstaan, maar Roodkapje en het Blauwe Gevaar lijkt een band met een hoop potentie. Met Alura staat er opnieuw een band met een sterke frontvrouw op het podium. Zangeres Laura is met haar voor de helft roze haar een opvallende verschijning. Krachtig spuwt ze haar teksten over het gitaargeweld heen de zaal in, af en toe dramatisch gebarend, dan weer bewust klein gehouden. Een optreden dat het publiek overdonderd achterlaat, en dat is jammer voor de band die volgt. Clemm kan met zijn subtiele indietronics niet hetzelfde effect bereiken. Een plekje eerder op de avond was voor deze band misschien beter geweest, want in de adempauze na Alura vallen de nuances van Clemm minder op. Debuutalbum Consider The Lilies is goed ontvangen; live komt de band vanavond veel minder goed uit de verf. Als laatste verschijnt dan T.IF.T op het podium. De muziek van deze band loopt over van de Engelse en Amerikaanse invloeden. Het optreden is niet onaardig, maar het geluid is nog te weinig eigen en herkenbaar. Een klein kwartiertje later blijkt dat de jury daar anders over denkt: T.IF.T wordt voor het optreden beloond met een wildcard voor de finale. De andere wildcards gaan naar Roodkapje en het Blauwe Gevaar, Clemm en John Carrie and Moor Green die een dag eerder in de andere halve finale stonden. Winnaar van de avond wordt Alura, de band die overdonderde, met een zangeres die volgens het juryrapport het midden houdt tussen Pink en Avril Lavigne. Een dag eerder was Dog Called Phenix al verzekerd van een finaleplekje door het winnen van de eerste halve finale. Al met al lijkt de indiegolf die Europa overspoelde enigszins te zijn weggeëbd, waardoor er een grote verscheidenheid aan bands in de finale staat. Gezien: Halve finale Amsterdamse Popprijs (Collect Call From Mars, JINX, Roodkapje en het Blauwe Gevaar, Alura, Clemm en T.IF.T) Paradiso, woensdag 24 oktober 2007 Recensie: Brechtje Keulen Fotografie: Anouck Wolf