LL16: LCD Soundsystem van 9,5 naar 10

Briljante dance-punk-band na zes jaar stilte terug

Tekst Atze de Vrieze, foto's Jelmer de Haas ,

De laatste keer dat LCD Soundsystem op Lowlands speelde, deelde 3voor12 nog cijfers uit bij recensies. De New Yorkse band kreeg niet minder dan een 9,5, een ongeëvenaarde score, met de verwachting dat het wel eens nog beter zou kunnen worden. En toen gingen ze ineens uit elkaar, zomaar. Zes jaar later komt James Murphy met zijn zevenkoppige band alsnog die belofte inlossen.

Het concert: LCD Soundsystem, Lowlands Alpha, zondag 21 augustus 2016

Dat LCD Soundsystem in die jaren afwezigheid geen sprankje gedateerd is geraakt, is geen verrassing. De essentie van deze band is namelijk dat ze uit de hele popgeschiedenis precies de elementen gebruiken die de tand des tijds al doorstaan hebben. Of ‘de hele popgeschiedenis’, dat is het niet: het gaat juist om de popgeschiedenis die op dit moment het meest relevant is. De juiste beat uit de discotijd (die van Arthur Russell), de energie van de punk, de productie-trucs van Eno en Visconti, de eindeloze groove, of die nou uit de krautrock, de afrobeat of de house komt. 

Boven alles is LCD Soundsystem een fenomenale liveband, die de kernelementen uit elk nummer zo weet uit te vergroten dat elk nummer je verrast, ook al ken je het door en door. De zeven muzikanten spelen nog steeds ongenadig strak, met als basis natuurlijk de ritmesectie - bassist Tyler Pope en drummer Pat Mahoney - maar toch ook zeker Nancy Whang op toetsen en zang. De band heeft een eigen regisseur mee, die geweldige splitscreens tussen Murphy en Wang, afgewisseld met stijlvolle publieksshots en een camera recht boven het podium die af en toe laat zien hoe indrukwekkend de live set-up is. 

James Murphy was toch altijd een mopperkont?
Nou niet per se, het is een aimabele verteller met een groot muziekhart, maar hij kon ongenadig knorren als het technisch mis ging. Maar dat gaat het vanavond niet. Alles werkt en de afstelling is perfect en de frontman is geweldig bij stem. Des te meer ruimte is er om te luisteren naar zijn songs: 'Tribulations', over vruchteloze pogingen iets tot stand te brengen. 'Losing My Edge', over het eindeloze opstapelen van muziekkennis en ander cultureel kapitaal, om vervolgens te zien dat het niets waard is als je er vervolgens verstrekt in raakt. De kernzin van het nummer is niet een van de vele name-drops, maar het vijftien keer herhaalde slot: ‘You don’t know what you really want’. Hetzelfde beeld doemt op in het euforische 'Yeah', over hoe iedereen maar kletst en lult en niemand de handen uit de mouwen steekt. Je hoort met terugwerkende kracht de openbaring die vijftien jaar geleden heeft plaatsgevonden bij Murphy, toen al over de dertig. Stop met alle bullshit, ga gewoon iets tofs maken.

Nog nieuwe nummers?
Helaas niet. Sinds de reünie speelden ze nog niets dat we nog niet kenden. Zou het vat leeg zijn? Heeft de band alles gezegd wat er te zeggen viel? Is het oeuvre rond? 

Ach, er zijn bands met een kleiner en vooral slechter oeuvre.
Precies. Dan nog maar eens opnieuw 'Daft Punk Is Playing At My House', de tranentrekkende stadsode 'New York I Love You (but you’re bringing me down)' en afsluiter 'All My Friends'. Die laatste is overduidelijk de publieksfavoriet. Zodra dat ene piano-akkoord wordt ingezet dat het hele nummer aanhoudt, beginnen overal mensen euforisch te dansen en te springen. Murphy staat vervolgens negen minuten te mijmeren over alles wat belangrijk en onbelangrijk is in het leven, terwijl het nummer steeds maar aanzwelt. De ontknoping kent iedere LCD Soundsystem-fan, maar misschien niet precies wanneer ie komt. Die twee zinnen uit volle borst: ‘Where are your friends tonight? If I could see all my friends tonight!’ De perfecte afsluiter.