3voor12 bespreekt Album van de Week (33): Frank Ocean

Na jaren van prikkels verwerken sluit de inhoud naadloos aan op de vorm

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Na maanden van geruchten en zogenaamde deadlines, verscheen afgelopen zaterdag dan eindelijk Frank Ocean’s derde album. Dankzij aanloop die steeds maar verder gerekt werd en de nauwelijks te begrijpen dagenlange video waarin de zanger een trap bouwde, werd de angst groter en groter dat de uiteindelijke plaat zou tegenvallen. Onterecht blijkt nu.

Er zijn van die platen die je bij de eerste keer luisteren niet begrijpt, maar daarom juist vaker wil luisteren. Er zijn ook albums die meteen zo mooi zijn dat je ze vaker wil luisteren. Blond zit daar precies tussen in: de schoonheid ligt even veel aan het oppervlak als in de diepte, en alsnog is niet helemaal duidelijk waar het dan precies in zit. Een deel van die schoonheid zit in elk geval in het grote aantal referenties, die zo knap verweven zijn in de songs dat ze nergens opzichtig of gemakzuchtig voelen. Dat begint al bij de opener 'Nikes', waarin Ocean met Knabbel & Babbel-stem afgeeft op materialistische types en tegelijk stil staat bij de dood van A$AP Yams, Pimp C en de moord op Trayvon Martin. Pas ver over de helft hoor je zijn echte stem, alsof hij zich nog even wil schuilhouden. In de bijbehorende videoclip voor die track komen er nog veel meer referenties bij: American Beauty, Fight Club, en zelfs de Kleine Zeemeermin. En dan is er ook nog een magazine, waarin alles en iedereen die hem inspireerden worden uitgelicht. Het is al snel logisch dat het lang duurde; er waren enorm veel prikkels die verwerkt moesten worden en een plek verdienden op het album.

Dat hij zo de tijd genomen heeft, is meteen een belangrijke reden waarom Frank Ocean, met zijn relatief kleine catalogus, nu al zo tot de verbeelding spreekt. Iemand met zo veel talent, die leek te pieken met Channel Orange (2012), en vervolgens geen haast heeft. Geen gevatte posts op Twitter of Instagram, heel af en toe een prachtig geschreven mening op zijn Tumblr. Niet talloze interviews, of eindeloos veel features bij andere artiesten. Geen stroom aan roddels over escapades in het nachtleven, niks van dat alles. Hij verdween totaal uit het zicht, om zich te focussen op wat voor hem lag. Precies wat tegenwoordig bijna niemand meer lukt. Dankzij de snelheid van social media wil tegenwoordig iedereen overal heel snel een mening over hebben, of ergens mee aan de slag gaan. Het ijzer moet gesmeed worden als het nog heet is. De media werkt zo, fans denken zo en ook veel artiesten denken zo. Kijk maar eens hoeveel populaire artiesten tegenwoordig uitbrengen. Iedereen verwacht het van elkaar, het houdt elkaar allemaal in balans. Ocean doorbrak die hele cyclus, door zich stil te houden en in alle stilte te werken. In dat licht heeft dat hele artsy videoproject Endless ook een veel duidelijkere lading. Zonder enige vorm van interactie zag je hem dagenlang zagen, schaven en schilderen, aan een trap die nooit af kwam.

Doordat er zo veel verwerkt is in het album, is er enorm veel om te bespreken. Zelfs na de vijf dagen dat het album uit is. Je zou kunnen focussen op dat hij sterren als Beyoncé en Kendrick zo ver kreeg als achtergrondzangers bij te dragen, maar ook die gekke Zweedse cultrapper Yung Lean een groter publiek gunt. Of hoe het album soms schetsmatig klinkt, haast structuurloos. Alsof Ocean zingt wat er in hem opkomt, als een kind dat achterop de fiets bij zijn ouders een melodie verzint en pas halverwege een nummer op de echte leidende melodie stuit. Zijn stem schuift in de mix slim naar voren en naar achteren, zodat telkens als je op de punt van je stoel zit om hem goed te horen, je vervolgens weer haast kopje ondergaat in zijn zang. Tegelijk staan er genoeg liedjes op die zich kunnen meten met zijn allerbeste werk. Neem ‘White Ferrari’, waarin hij over ambient synths onzeker zingt over hoe hij niet face to face durft te zeggen dat hij van de ander houdt en de coke die voor zekerheid moet zorgen hem tegelijk ook onzekerder maakt. Allemaal heel kaal, todat tegen het eind zijn stem van alle kanten komt. 

Het album staat vol met momenten die je verleiden tot een gemakzuchtige duiding  Een diepe betekenis voor de break in ‘Nights’, die klinkt als een schredded versie van het beroemde modern klassieke stuk Electric Counterpoints, en scherp afsteekt tegen de flarden soul, folk, noisy gospel en de kille bijdrage van André 3000 die gedesillusioneerd terugblikt op hoe naïef hij was toen hij Ocean's leeftijd had. De voicemail van de moeder van een vriend, waarin ze waarschuwt voor de gevaren van drugs en alcohol. Of die andere dialoog, van de Franse producer SebastiAn, die verhaalt hoe de virtuele wereld botste met zijn romantische, toen hij het onzin vond zijn vriendinnetje als vriend te accepteren op Facebook en de cover van Burt Bacharach’s classic ‘Close to You’ direct daarachteraan. Of de tekst in ‘Good Guy’, waarin Ocean terloops vertelt over een mislukte blinddate in New York met een man die alleen maar een leuke nacht wil hebben. Het geeft allemaal genoeg houvast om steeds dieper naar binnen te worden getrokken, maar doordat er veel wordt achtergehouden en soms kleine tegenstellingen in de tekst zijn, te weinig om het echt te begrijpen.

In de teksten sijpelt overal de onzekerheid van een jonge gast door, die wordt overladen met een berg aan prikkels van de wereld buitenaf en dan ook nog een hoop dingen in zijn eigen leven moet verwerken. Relaties die niet werken, maar vervolgens wel vrede mee heeft, eenzaamheid. Nostalgische herinneringen aan goede seks, drugs die voor- en nadelen hebben. Met zo’n malend hoofd is het logisch dat Ocean de tijd nodig had, helemaal als je ziet hoe naadloos hoe de inhoud op de vorm aansluit. Zelden zijn de liedjes helemaal afgebakend, maar tegelijk wordt het nergens abstract. Dankzij de stem, ogenschijnlijk simpele harmonieën en sterke melodieën die telkens weer maar zo ontstaan wordt het nooit afstandelijk of zweverig. Waar andere artiesten als ze structuren loslaten rookgordijnen optrekken, houdt Ocean het allemaal volstrekt helder. Hij blijft contact maken met de de luisteraar. Naar mate je het album meer luistert, voelt het zoeken en spelen met structuren en geluidstexturen steeds vanzelfsprekender. Alsof er een heel proces achter het album zit, dat steeds meer onderdeel wordt van het luisteren. Het zit hem in al die details. De geluidjes, de vondsten in de tekst, de balans tussen persoonlijk en afstandelijk,  de productie, al die invloeden die samenkomen en uiteindelijk vooral in de liedjes zelf. Iedereen weet het al lang, maar een plaat als deze maakt maar weer eens duidelijk hoezeer we wel niet van dat hijgerige verwachtingspatroon afmoeten. Uiteindelijk zit het vooral in ons eigen hoofd, en zit het vaak mooie dingen in de weg.